De mens achter Matthijs, Jeroen en Eva. Een portret voor Libelle.
Mark van den Heuvel, jeugdvriend: “Matthijs was veertien en rechtsbuiten, ik was dertien en spits. Zo werden we vrienden bij voetbalclub Victoria in Hilversum. We gingen vaak bij elkaar logeren en voerden dan eindeloze jongensgesprekken over voetbal en muziek. Omdat mijn vader (Aad van den Heuvel, red.) de J.C.J. van Speykshow presenteerde, mochten we achter de schermen Ike en Tina Turner, Roxy Music, Tom Waits en meer grote artiesten ontmoeten. Toen we zestien waren, zetten we samen de eerste stappen in het Hilversumse nachtleven. We hebben een tijdje samengewoond in Amsterdam toen we studeerden. Dan gingen we naar Dansen bij Jansen, en later naar café De Pels. Matthijs was een mooie jongen, er waren altijd meisjes in de buurt. Maar ik denk graag dat het door de combinátie van ons tweeën kwam. Als er iets gezegd moest worden op een bruiloft of begrafenis, gaven we Matthijs een duwtje. Niet dat-ie het leuk vond, maar hij kon het gewoon. Rechtsbuiten is hij niet meer. Hij staat nu zo’n beetje achter de keeper, maar hij is nog net zo breed geïnteresseerd als vroeger en even charmant. Een beetje geplaagd door fobieën voor tunnels en bruggen helaas, maar daar hebben wij mannen het verder niet over. Wat niemand van hem weet? Haha, wist je dat hij flaporen heeft?”
Dieuwke Wynia, hoofdredacteur bij DWDD: “Na tien jaar De Wereld Draait Door zijn we enorm op elkaar ingespeeld. Dus toen Matthijs een paar jaar geleden vlak voor Kerst belde dat hij ziek was, was dat schrikken en snel schakelen. Gelukkig waren de gasten al geregeld, en hadden we een vervangende presentator die het goed deed. Maar toch. Als je zo goed en nauw samenwerkt, raak je aan elkaar gehecht. Ik weet nog dat ik die avond naar de kleedkamer van Matthijs liep – de trap op, de gang door – en de deur opendeed. Daar stonden de zwarte lakschoenen die hij normaal gesproken altijd aan heeft, eenzaam bij het raam. Wat vreselijk, dacht ik, ik wil dit programma helemaal niet maken zonder hem! Toen ik daarna Els, zijn stylist, aankeek, voelden we allebei het gemis van Matthijs. Natuurlijk is er af en toe wat wrevel, maar als iemand er niet is, weet je echt wat je mist.”
Prem Radhakishun, regelmatig tafelheer bij DWDD: “Matthijs is een goed mens. En hij werkt hard. Toen hij hoofdredacteur was bij het Parool, schreef ik als kersverse columnist net mijn tweede column voor die krant over de ‘Amsterdammer van de eeuw’-rubriek. Ik vond dat er wel heel weinig gekleurde medemensen in voorkwamen. Van tevoren had ik erover getwijfeld, ik was immers net columnist en om nu direct zo’n controversieel stuk te schrijven… Ik deed het toch. Waarop hoofdredacteur Matthijs me een kaartje stuurde om te zeggen dat hij blij met me was. Hij heeft de moed om met andersdenkenden om te gaan.”
Jan Donkers, al jarenlang bevriend met Matthijs: “Ik weet nog dat Britt te gast was bij DWDD. “Hoe oud denk je eigenlijk dat ik ben?”, vroeg Matthijs terloops. “Tweeëndertig”, zei ze. Terwijl hij die week net vijftig was geworden! Leeftijd doet er niet toe bij hem, hij heeft hoe dan ook iets jeugdigs. Toen we elkaar begin jaren tachtig leerden kennen, zaten we allebei in het voetbalteam van café De Pels in Amsterdam. Tegenwoordig gaan we met de Pels-gang, onder wie onze vriend Mark, een paar keer per jaar eten in het restaurant van Ron Blaauw. Vaker is lastig, in het weekend zit Matthijs altijd in zijn huis in de Achterhoek. Of hij nou zo veel van de natuur houdt, weet ik niet, ik denk dat hij het daar prettig vindt omdat hij er relatief anoniem kan zijn. In Amsterdam wordt hij óveral aangesproken. Hij is geen man om dan te zeggen: ‘En nu wegwezen, ik zit te eten’, maar hij gaat bijvoorbeeld nooit meer naar Ajax. Tja, dat is de prijs van de roem. Maar die vaste tradities, zoals samen eten, helpen om afstand te houden van de glitter en glamour.”
Jet (24), dochter van: “Mijn vader is de man met wie ik het állerhardst kan lachen. Zet ons op een terras of thuis op de bank en we lachen ons suf. Zelfs als mijn moeder en mijn broer al klaar zijn, gaan wij nog even door. En of het nou om werk of liefde gaat, hij kan ontzettend goed advies geven. Hij is heel gedisciplineerd: vroeg naar bed, goed voorbereiden, op tijd komen, dan presteer je het beste. Ik heb van hem geleerd dat je je werk serieus moet nemen, niet alleen als je voor het eerst op tv komt, maar altijd. We delen een voorliefde voor de horeca. Als er ergens iets nieuws opent, willen we er het liefst meteen naartoe. We fantaseren er al heel lang over om samen een restaurantje te beginnen ergens in Parijs, want we zijn allebei verliefd op die stad. Ik spreek goed Frans dankzij de hotelschool, en mijn vader spreekt bestel-Frans. Of hij dan kookt? Nee, ik run de zaak en hij zit bij de deur met een wijntje de gasten te verwelkomen! Hij is gewoon de leukste vader die er is.”
Leo Oor, jeugdvriend: “We leerden elkaar kennen op een feestje van de scouting. Als zeventienjarigen dachten we dat daar leuke meisjes te vinden waren, haha. Maar het waterwereldje is wat ons al ons hele leven bindt. Officieel woonden we nog thuis, maar we bivakkeerden vaak op onze bootjes in Loenen aan de Vecht. Dan gingen we ’s avonds naar de kroeg, daar waren we goed in. We zijn elkaar altijd blijven zien, woonden zelfs tien jaar tegenover elkaar aan de sluis. Ik ben sluiswachter geworden, vaak vaart Jeroen langs mijn terras en drinken we een biertje. Hoe vaak brachten we niet Kerst aan boord van zijn of mijn boot door? Dan voeren we met onze vriendinnen naar België. Kerstboompje voorop, borrel erbij. Met Oud en Nieuw lagen we onder de Erasmusbrug naar het vuurwerk te kijken. Toen hij nog met Manuela was, toverde zij op reis superlekker eten uit dat kleine rotkombuisje, stond er ineens kreeft op tafel. Jeroens omroepwerk gaat aan me voorbij, daar bemoei ik me niet mee. De bekende mensen die hij ontmoet, interesseren me niet; we hebben het liever over het leven en de liefde. En over bootjes natuurlijk.”
Barbara van Beukering, vriendin en hoofdredacteur van het Parool: “Na de herhaling van Pauw stuurde ik hem om een uur ’s nachts een appje: Wat een ge-wel-dige uitzending! Dank je, stuurde hij terug, maar volgens mij heb je gedronken en daarna tv-gekeken. Dat vind ik aardig aan Jeroen: hij is bescheiden. Zijn uiterlijk interesseert hem ook niet bovenmatig. Hardlopen en groene thee drinken? Hij leest liever een boek. En als je met hem in de kroeg zit, wat niet vaak meer voorkomt sinds hij een dagelijkse latenightshow presenteert, zijn de gesprekken niet oppervlakkig. Hij is oprecht geïnteresseerd, ook in het dagelijks leven is het een interviewer.”
Presentator Art Rooijakkers: “Toen ik freelance verslaggever was bij Nova maakte Jeroen me regelmatig vakkundig in aan de pingpongtafel. Ook daar is hij beter in.”
Hadjar Benmiloud is columniste en lid van Talent Kitchen: “Het bedrijf Talent Kitchen vertegenwoordigt talent in televisie en entertainment en is ontstaan uit een idee van Jeroen om nieuw presentatietalent te coachen. Hij begrijpt wat er nodig is om je te blijven ontwikkelen in Hilversum, zonder slachtoffer te worden van het systeem. Dat hij daar bijvoorbeeld Eva Jinek bij begeleidde, is te gek. Daarom moest ik hard lachen om de opmerking van Jeroen dat vrouwen pas in talkshows worden uitgenodigd ‘als ze er werkelijk wat toe gaan doen in de maatschappij’. Ik hoop heel erg dat het een grap was.”
Rachel Franse is redacteur bij Pauw: “Ik vond Jeroen aanvankelijk heel éng. Ik durfde me niet eens voor te stellen toen ik acht jaar geleden halverwege het seizoen als redacteur bij Pauw & Witteman begon. Maar toen hij zag hoe hard ik werkte, was het goed. We hebben veel lol, maar soms ben ik helemaal klaar met hem. Zo kan hij rond een uur of half zes de redactie op slenteren met de opmerking: ‘Zo, hoeveel rokjes hebben de meisjes van de nieuwsdienst weer bij elkaar geshopt vandaag?’ Die kaats ik dan meteen terug. We houden elkaar scherp. Met mensen die ja en amen zeggen kan hij niets, liever wordt hij zijn tent uitgelokt. Elke avond om kwart over zes gaat de bel, dan eten we met de hele Pauw -crew. Niets leuker dan zeuren als Jeroen een zoveelste toetje neemt: ‘Weet je wel hoeveel calorieën er in bladerdeeg zitten?’ Na het eten doen we de laatste voorbereidingen. En na afloop drinken we er op, hij een Merlot, elke avond. Soms is het zwaar, met Jeroen werken. Hij legt de lat hoog, ook voor zijn redactie. Hij is een heftige man, maar wel een plezierige heftige man.”
Loretta Schrijver was collega en geliefde van Jeroen: “Toen we eind jaren tachtig wat kregen, waren we de jongste medewerkers bij de Wereldomroep. We stimuleerden elkaar in het werk. Als we vrij waren, gingen we varen, lezen, muziek luisteren; heel harmonieus. Tot het ophield. Maar je kunt wel boos zijn op Jeroen, alleen niet boos blijven, dat komt door zijn charme. Jeroen is constant Stratego aan het spelen in zijn hoofd, ook in zijn persoonlijke leven. Dan gaan zijn vingers tegen z’n lippen en zie je hem nadenken. Ook toen we samen waren, had hij zijn eigen coconnetje nodig. Persoonlijke gedachten kon hij alleen soms, met een biertje erbij, delen. Maar als hij zijn aandacht dan weer wél op je richtte, was dat des te genoeglijker. Jeroen kan nog steeds niet goed alleen zijn, denk ik, er is altijd wel iemand in zijn leven. Maar hij is enorm trouw aan vriendschappen, zelfs als een relatie voorbij is. Toen het uitging en mijn vader ziek werd, heeft hij me gesteund. Het is eigenlijk ongelofelijk hoeveel iedereen dankzij Jeroens charme en charisma van hem kan hebben. Alleen aan varen heb ik sinds onze relatie een hekel gekregen.”
Sven Kockelmann presenteerde samen met Eva de talkshow Eén op één: “Eva heeft niet de neiging om likeable te zijn, en dat vind ik heel goed. Ze durft keihard te zijn. Toen ze de voorman van een motorbende moest interviewen, zat ze daar wat ijzig en stelde ze de vragen die ze móest stellen, niet de vragen waardoor ze aardig werd gevonden. En je zag gewoon dat die voorman moeite had om zulke woorden uit de mond van een goed uitziende vrouw te horen. Het maakte hem onwennig, wat heel goed werkte. Kortom: af en toe een ijskoningin zijn, is juist goed. Hoe zachtaardig ze in het echt ook is. ‘Zeg Sven’, was haar vaste uitspraak als ik in haar ogen te ver ging, ‘mijn ouders kijken ook!’”
Relinde Vos is sinds haar studietijd Eva’s beste vriendin: “Toen we elkaar in 1997 in Leiden leerden kennen, zaten we hele dagen te kletsen. Nog steeds hebben we een paar keer per week contact. We kunnen enorme lol hebben om flauwe woordgrappen, maar als ik haar iets vertel over mijn moeder, weet ze een half jaar later nog precies wat er speelde. Ze is een echt gezelligheidsdier. Koken doet ze graag en goed, net als haar moeder: Kerst vierden ze thuis op de Amerikaans-Tsjechische manier met veel vlees, room en boter. En als ik na de Kerst terugkwam met sokken en een pyjama, had zij waanzinnige cadeaus gekregen. Ze werd verder niet verwend, maar Kerst was bij hen echt een evenement. Waar Evi op valt? Mannen die ergens voor léven. Haar vorige vriend Bram Moszkowicz lijkt heel anders dan haar vriend Freek, maar ze hebben allebei een sterk karakter en passie voor hun werk. En ze is zelf ook niet iemand die op de achtergrond blijft. Ze lacht hard en praat luid, is een intens persoon. Maar ze is ook warm en oprecht. Toen we als studenten gingen skiën, ben ik gevallen en moest ik voor een knieoperatie lang in het ziekenhuis liggen. Om me op te vrolijken, kocht Evi grote gele oorbellen voor me. Vervolgens moest ze geld lenen om eten te kopen.”
Charles Groenhuijsen was correspondent voor de NOS in Washington: “Tijdens haar stage deed Eva productiewerk voor ons: bellen, regelen, contacten leggen. Je zag toen al dat ze meer wilde. Ze deinsde nergens voor terug. We maakten altijd grapjes over ene Doreen, een vrouw die bij het lokale nieuws in Washington werkte en die ik volgens Eva leuk vond. ‘Heb je nog over Doreen gedroomd?’, grapte ze vaak. Dus toen ik vijftig werd, regelde ze bij dat station een enorme foto van Doreen, mét handtekening erop. Typisch Eva: she doesn’t take no for an answer. Ze is slim en ambitieus. Zelf vind ik dat je als presentator de kijker niet moet afleiden, daarom stuurde ik haar weleens een mailtje na afloop van een van haar uitzendingen: knoopje dicht! Dan mailde ze altijd terug: heb je hem weer. Dus toen met die boobies, tja, dat had ze kunnen zien aankomen. Maar Eva vindt het niet erg om op te vallen.”
Freek Vonk is Eva’s vriend: “Ongelofelijk slim en ad rem is ze, dat vond ik al vóór ik haar kende. Pas toen we elkaar ontmoetten in de studio voor haar programma Eva Jinek op Zondag, zag ik hoe grappig en lief ze was. Ik vond haar meteen leuk, maar zij liet me behoorlijk veel moeite doen. In januari 2013 gingen we eindelijk wat drinken en vier weken daarna trok ik al bij haar in. We hebben allebei een voorkeur voor absurdistische humor en kunnen keihard lachen. Eva is lief en zorgzaam, ze kookt als ik ziek ben en doet urenlang mijn was als ik terugkom van een reis. Heel fijn en bijzonder. Ik kon niet al mijn dieren meenemen toen ik bij haar ging wonen, maar wel een paar waaronder Johan, mijn grote varaan. Als ik op reis ben, voert Eva hem elke dag een lepeltje kattenvoer. Net als ik houdt ze van dieren en natuur, behalve van spinnen. In Suriname zag ik een grote vogelspin in een boom. Ik klom erin om ’m te vangen, maar deze soort heeft zoveel haartjes dat hij kan zweven. Hij sprong uit de boom en zweefde richting Eva. Ik heb haar nog nooit zó hard horen gillen.”
Kristien van Dillen is al drie jaar de agent van Eva: “Eva is een perfectionist. Ze wil altijd de beste versie van zichzelf zijn. Niet alleen als ze interviewt, ook als ze dagvoorzitter is bij een congres bereidt ze zich ongelofelijk goed voor, bijna tot in het idiote. ‘Denk je dat het goed komt?’, vraagt ze me vaak van tevoren. ‘Natuurlijk, en morgen gaan ze bellen dat ze je volgend jaar wéér willen’, zeg ik dan, ‘dat weet je nu toch wel?’ Maar nee, daar gaat ze niet vanuit, ze vindt zichzelf vaak nog een beginneling. Afgelopen vrijdagavond deed ze een grote klus voor McKinsey, een gerenommeerd consultancybureau. Toen ik haar terugbracht met de auto zei ze: ‘Doe je man en kinderen de groeten en bedank ze maar dat ik mama mocht lenen vanavond.’ Nou ja’, zei mijn man verbaasd toen ik dat vertelde, ‘waarom zei ze dat?’ De meeste mensen gaan er vanuit dat je ze gewoon helpt, maar zij meent het. Dat is echt Eva.”