Als je met de komst van het moederschap je identiteit verliest: ‘Het romantische beeld valt zo tegen. Je raakt jezelf kwijt.’

Sommige vrouwen ervaren het moederschap niet als een verrijking, maar als een beroving van hun identiteit. En wat doe je dan, als je doodongelukkig bent in die zo geromantiseerde nieuwe rol?
‘Wat ik het liefst had willen weten, is hoelang je als moeder jezelf opzij moet zetten. Ik ben een vrije vogel, van routine ga ik een beetje dood. Maar kinderen willen voorspelbaarheid en kaders, helemaal met de ADHD die ze van mij hebben gekregen. Ik had het geluk dat mijn man in het weekend vaak zei: ga jij maar lezen, feesten of onderzoek doen voor je boek, anders word je gek. Dat was een tijd genoeg, tot hij als chauffeur heel lange dagen moest maken. Als een alleenstaande moeder zorgde ik van vroeg tot laat voor onze twee kinderen. Naar de opvang gingen ze niet, ik werkte toch vanuit huis? Uit wanhoop werd de tv mijn oppas. Werken gaf me het gevoel nog een béétje mijn eigen leven te leiden, maar het was nooit goed genoeg: werk niet, en mijn ouderschap ook niet. Zat ik net achter de computer, kwamen ze weer: mag ik een koekje? Je ziet toch dat ik bezig ben, dacht ik dan, het gaat nu even niet om jou. Maar dat is juist het lastige met kinderen: het gaat wél altijd om hen.’

Nee, ze hoeft niet onder een andere naam in de krant. Kim Heijdenrijk (39, auteur en boekhandelaar) vermoedt namelijk dat er veel meer moeders zijn zoals zij, moeders die denken: ik kan dit niet, ik ben er niet het soort mens voor, wat doe ik die kinderen aan? ‘Bij elke woede-uitbarsting en ruzie vroeg ik me af of het aan mij lag: had ik die gehate regels en die routine toch strakker moeten inzetten? Maar hoe ver ga je als moeder in het doen van dingen die misschien goed zijn voor je kinderen, maar waar je zelf heel ongelukkig van wordt? Iedere toekomstige ouder romantiseert het: we worden een gezin, het wordt geweldig – maar dat romantische beeld valt zo tegen. Je raakt jezelf kwijt, en dat is alleen nog maar in het beste geval.’

Alleen nog maar moeder

Heijdenrijk neemt een slok van haar citroenlimonade in een Haags café. In plaats van te doen alsof het alleen maar fijn en waardevol is, dat ouderschap, zou er eerlijker over moeten worden gepraat, vindt ze. Misschien zoals schrijver Suzanne Rethans een paar maanden geleden haar worsteling met het moederschap bij talkshow M verwoordde: ‘Ik voelde me alsof ik aan het watertrappelen was in de oceaan, en ik verzoop.’ Rethans, die tien jaar geleden haar man en kinderen verliet voor schrijver Peter Buwalda, was te gast naar aanleiding van de nieuwe film The Lost Daughter, het regiedebuut van Maggie Gyllenhaal waarin een moeder genaamd Leda terugblikt op de tijd in haar leven dat haar dochters klein waren – en zij ze achterliet bij hun vader. Ze vertrok, omdat ze zich verstikt voelde in een leven waarin ze geen begeesterd vertaler meer was, geen volwassen vrouw, geen vrij mens en alleen nog maar die ene rol had: moeder. ‘Moederschap is een verpletterende verantwoordelijkheid’, zegt Leda in de film.

‘Het thema van The Lost Daughter is zo zwaar’, schreef The Guardian over de film, ‘de kijkervaring zo verontrustend en grensoverschrijdend, omdat de mythe die Leda’s herinneringen behendig ontrafelt – dat het moederschap bij vrouwen van nature komt, dat het iets zal geven zonder iets onherstelbaars en waardevols weg te nemen – zo diep gaat dat hij bijna onzichtbaar in onze cultuur verweven is. Het is overal en nergens, het idee van moederschap als een identiteit van tederheid, opoffering, vervulling en vooral onbaatzuchtigheid.’ Je hoort hem terug in uitdrukkingen als ‘moederschap heeft me voorgoed veranderd’ en ‘ik heb eindelijk een doel in mijn leven’. En voor sommige moeders is dat ook daadwerkelijk zo. Maar, schrijft The Guardian: ‘The Lost Daughter durft te stellen dat het moederschap voor andere moeders misschien geen verrijking is, maar juist een beroving van hun identiteit’.

Ongelukkig

En wat dan? Wat als je als moeder niet sporadisch snakt naar een leeg huis en een glas wijn, maar daadwerkelijk klem zit in alle verwachtingen en patronen, je vrijheid mist en het deel van jezelf dat je moet opofferen voor je kinderen, te groot is? Wat als je weggaat? Ben je dan een slechte moeder en moet je in therapie, of moet er misschien iets anders gebeuren?

Cijfers over hoeveel moeders zich ongelukkig voelen, zijn lastig te vinden. Eén op de tien heeft soms spijt van het moederschap, schreef het tijdschrift Linda in 2020 naar aanleiding van een enquête onder eigen lezers, en maar liefst de helft van die moeders zegt het moederschap onderschat te hebben. Wat we ook weten, is dat 37 procent van de huwelijken volgens het CBS in een scheiding eindigt, en dat samenwoonrelaties nog minder stabiel zijn. Na een scheiding gaan de kinderen in 70 procent van de gevallen (voornamelijk) bij hun moeder wonen. Ruim een kwart van de gescheiden stellen kiest voor co-ouderschap. Moeders die hun kinderen na een scheiding minder dan de helft van de tijd zien, zou je dus uitzonderlijk kunnen noemen.

Kritiek

Bij Kim Heijdenrijk gebeurt dat wel. ‘We hebben het niet eens echt besproken, zó vanzelfsprekend was het dat de kinderen bij mijn ex in ons huis zouden blijven. Hij is gewoon een veel betere ouder dan ik. Rust en regelmaat gaan hem natuurlijk af, als hij iets voor de kinderen doet, voelt het voor hem niet of hij iets van zichzelf inlevert. Ik was ook opgelucht: nu kan ik het tenminste niet meer fout doen als moeder. Maar de kritiek die we op ons besluit krijgen, is een soort voortdurende onderstroom. ‘Daar zullen jullie wel je redenen voor hebben’, zoiets zou iemand nooit zeggen als de kinderen bij mij waren gebleven. Als de dokter belt voor een doorverwijzing en ik zeg: je moet even contact opnemen met mijn ex, want daar wonen mijn kinderen, valt er altijd een stilte. Dan hóór je ze denken: wat zou die ontaarde moeder gedaan hebben? Sommige mensen willen me niet meer zien. Terwijl mijn ex altijd zegt: we zijn allemaal gelukkiger nu.’

null Beeld Claudie de Cleen
Beeld Claudie de Cleen

‘Een vrouw die weggaat bij haar gezin druist in tegen de boodschap die we al generaties meekrijgen: een goede moeder is zoveel mogelijk bij haar kinderen’, zegt ook Merith Cohen de Lara, gz-psycholoog en oprichter van kenniscentrum Psyche en Zwangerschap, aan de telefoon. ‘Terwijl er feitelijk maar één generatie vrouwen is geweest die fulltime voor haar kinderen heeft gezorgd: de naoorlogse, die door de overheid werd gestimuleerd om thuis te blijven zodat de weinige beschikbare banen voor de mannen waren.’ Psycholoog Liesbeth van Hennik schreef in 1996 het boek Ik ga, waarin ze twintig moeders interviewde die besloten te scheiden en in een ander huis te gaan wonen, waardoor hun ex de dagelijkse zorg voor de kinderen voor zijn rekening nam. ‘Ik sprak een vrouw die elk weekend haar twee zoons zag’, vertelt Van Hennik aan de telefoon. ‘Egoïstische moeder, zeiden mensen over haar, die gaat zeker lekker carrière maken. Maar als een man hetzelfde had gedaan, had hij vast te horen gekregen wat een fantastische vader hij was, en hoe zielig het was dat hij élk weekend de kinderen had.’ Alle emancipatie ten spijt: moeders zorgen nou eenmaal voor hun kinderen, lijkt het.

Eenzaam

En dus bleef Jessica (44, bedrijfskundige met een master in Fine Arts) thuis, terwijl haar man meer dan fulltime carrière maakte in The City, het financiële hart van Londen. ‘Het plaatje klopte. Elk jaar skiën, twee auto’s, een groot huis. Maar ik kan er nog steeds boos om worden dat niemand in al die jaren heeft gevraagd: Jes, gaat het wel? Ik ben nog nooit zo eenzaam geweest. De verveling, dat park waar ik al duizend keer doorheen was gelopen, dat je altijd aanstaat en dat iedereen automatisch verwacht dat moeders het wel oplossen, van de voetbalsokken die kwijt zijn tot een ziek kind; witheet werd ik ervan. Maar ja, je gaat niet iemand anders je eigen kinderen laten opvoeden, vond ik. Na acht jaar was ik zó gefrustreerd dat ik niet anders kon dan uit ons huwelijk stappen. Stond mijn traditionele, autoritaire vader meteen op de stoep: hoe ik mijn twee kinderen dan ging onderhouden?’

Uit schuldgevoel nam Jessica een baan op afstand aan bij de fabriek van haar vader in Griekenland. Maar toen raakte haar ex-man zijn baan kwijt en werd hun dure Londense leven, inclusief privéschool, niet meer haalbaar. Ze besloot: de enige oplossing is om met z’n allen naar Griekenland te emigreren. ‘Nu wonen mijn ex en de kinderen in Athene, waar hun school is, en ik woon op vijf uur rijden in Thessaloniki, waar de fabriek staat. Het is een complete wisseling van de wacht: ik geef fulltime leiding en ben financieel verantwoordelijk, mijn ex zorgt voor de kinderen. Het plan is om over een jaar ook naar Athene te verhuizen, maar op dit moment zie ik ze vooral in de vakanties; mijn ex wil in de weekenden leuke dingen met ze kunnen doen, en ik geniet ervan om na een drukke week alleen op te laden. Je moet je kinderen wel vreselijk missen, zegt iedereen tegen mij. Nou, nee.’

Taboe

Een andere reden dat worstelende moeders op weinig begrip kunnen rekenen, is dat hun dubbele gevoelens kunnen lijken op spijt van het moederschap, zegt psycholoog Merith Cohen de Lara. En je kind achterlaten en nooit meer achteromkijken, zoals de ogenschijnlijk gevoelloze hoofdpersoon in de roman Ik hou van je maar ik kies het duister van Claire Vaye Watkins, zoiets doe je toch niet? Zeker niet als er óók vrouwen bestaan wier diepste kinderwens nooit uit is gekomen? Spijt van je kind, dat is pas echt een taboe. ‘Dat komt volgens mij doordat we moederschap behandelen als een soort mythisch koninkrijk, dat buiten het menselijke domein van spijt valt’, zei de Israëlische socioloog Orna Donath erover in een interview met deze krant uit 2017. Donath interviewde 23 Israëlische moeders die hun kinderen niet verlieten, maar hun moederschap wel het liefst ongedaan zouden willen maken, ondanks de liefde die ze voelen voor hun kinderen. Regretting motherhood, het boek dat eruit voortkwam, leverde woedende reacties op en de moeders die Donath had geïnterviewd, werden egoïstisch, labiel en gestoord genoemd.

Psychologen Merith Cohen de Lara en Liesbeth van Hennik kennen ze niet, moeders die met de noorderzon vertrokken. Maar, zegt Cohen de Lara: ‘Van de meeste worstelende moeders die ik ken, kun je je afvragen: hebben ze echt spijt? Of willen ze het moederschap vooral op hun eigen manier invullen?’ Ook auteur Liesbeth van Hennik zegt: ‘Het opvallendst vond ik dat alle vrouwen in mijn boek geen spijt hadden van kinderen. Ze hielden van ze, maar vonden dat hun ex-partner meer stabiliteit of financiële zekerheid kon bieden of gewoon een betere ouder was. Sommige vrouwen werden daarnaast ook gedreven door de wens om een nieuw leven voor zichzelf te beginnen, maar alle moeders namen hun besluit juist met het welzijn van hun kinderen als drijfveer. Ze lieten hun gezin achter, maar niet hun kinderen.’

Schuldgevoel

Vanuit Griekenland vertelt Jessica: ‘Ik ben dankbaar dat ik mijn kinderen heb gekregen, maar als ik was opgegroeid zoals mijn dochter van 13 nu doet, in plaats van bij een hardwerkende vader en een thuisblijfmoeder, had ik heel andere voorbeelden gehad en misschien wel andere keuzes gemaakt. Jij wil alles, zegt mijn moeder soms: weekenden weg met vriendinnen, feesten, daten, werken én je kinderen; dat is te veel. En het klopt dat ik het daardoor altijd druk heb, en dat ik mijn kinderen ontzettend mis als ik bij ze ben geweest, maar na twee dagen zit ik weer in mijn werkende ritme en daar voel ik me prettig bij. Kinderen zijn een deel van mijn leven, maar om er alles voor op te geven en dan zo’n medaille met ‘opoffering’ erop als mijn moeder te krijgen, daar heb ik niks mee. Ik voel me ook geen betere moeder als ik ze vaker zie. Ik denk dat je zorg en liefde op heel veel manieren kunt geven.’

‘Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is. Vanmiddag belde mijn zoon: hij is ziek, en ik merkte dat hij graag bij mij zou willen zijn. Ik heb vertrouwen in zijn vader, probeer ik mezelf dan voor te houden, en als ik een arts met nachtdienst was geweest, had ik er óók niets aan kunnen doen. Als het me lukt om dat schuldgevoel uit te zetten, dan kan ik een heerlijk vrijgezellenleven leiden vol vrijheid en stilte. Maar zelfs nu ik eigenlijk naar mijn zoon zou willen, gaat het nooit zo ver dat ik wens dat ik nog steeds een thuisblijfmoeder was, of getrouwd was gebleven. Zo ongelukkig als toen wil ik nooit meer worden.’

Ideaalbeeld

In Amsterdam bakt Mila de Bos (31, dansdocent) nog snel een pannekoek als ontbijt; de melk was op, dus dan maar met hüttenkäse. In haar tijdelijke huis heerst stilte. Haar relatie van zeven jaar is sinds een paar maanden voorbij, haar peuterdochter is nu bij haar ex in het huis waar ze samen woonden. Ze verdelen de zorg precies gelijk, iets wat Mila het liefst al vóór de scheiding had willen doen. ‘Al voordat ik moeder werd, zocht ik naar een plek waar ik af en toe alleen kon zijn. Maar één huis was al bijna onbetaalbaar, laat staan twee. Dus toen onze dochter geboren werd, waren we als gezin 24 uur per dag bij elkaar. Die onontkoombaarheid, nooit tijd om even op adem te komen, dat vond ik zo zwaar. Waarom zit ieder gezin zo op zijn eigen eilandje, waarom worstelt iedereen op dezelfde manier binnen de muren van het eigen huis? Mijn ideaalbeeld was altijd een aantal gezinnen bij elkaar op een stukje grond: kinderen die gewoon kunnen spelen waar ze willen, ouders die elkaar helpen door samen te koken of boodschappen te halen. Mijn hele moederleven ben ik op zoek geweest naar een soort flow in het moederschap. Het ging nooit vanzelf, en in mijn verbeelding was dat niet hoe ouderschap hoorde te zijn. Alleen ’s zomers op de camping, daar ging het makkelijk. Mijn dochter werd wakker, kroop de tent uit om te gaan spelen, ik kletste met andere ouders, we kwamen elkaar later weer tegen, het ging heel natuurlijk.’

Over een maand gaan De Bos en haar dochter dan ook in een tijdelijk huis van tentdoek op de camping wonen. Het heeft alles waar ze naar zocht: ruimte voor haar dochter om te spelen, ruimte voor haarzelf en lage financiële lasten. Waar ze komende winter gaan wonen, zien ze dan wel weer. ‘Ik heb een deel van mezelf teruggevonden waardoor ik levendiger en gelukkiger ben, en een betere en geduldigere moeder. Aan de andere kant voel ik veel druk dat ik nu in mijn eentje financieel verantwoordelijk ben, en mis ik mijn dochter: na het wegbrengen zit ik vaak huilend in de tram. Moeder zijn vind ik fantastisch, al toen ik 17 was paste ik weekenden lang op drie jonge kinderen. Ik had me alleen nooit gerealiseerd hoe vermoeiend het zou zijn als er nooit meer een moment voor jezelf is.’

Heersende definitie

Je kunt je afvragen: koesteren vrouwen als Mila, Kim en Jessica echt dubbele gevoelens over het moederschap? Of zit het werkelijke probleem misschien in de omstandigheden waarin ze moeder werden, in de heersende definitie van wat een goede moeder is en de schijnbare onmogelijkheid om over hun frustratie te praten?

In Al die liefde en woede, waarin ze onderzoekt waarom ze na de geboorte van haar kind naast blijdschap ook zoveel woede voelt, schrijft Ianthe Mosselman: ‘Ik was bang dat men zou denken dat ik gewoon ongeschikt was, in plaats van dat er iets structureel mis is met hoe we moederschap in de samenleving benaderen. Bijvoorbeeld de verwachting dat moeders altijd beschikbaar zijn voor hun gezin, ook als ze werken, omdat moederliefde allesoverheersend en zelfopofferend moet zijn. Ik heb niet gekozen voor de patriarchale samenleving waarin ik ben geboren. Ik heb niet gekozen voor de gevoelens van ‘verdriet, hulpeloosheid, frustratie, vijandigheid en teleurstelling of zelfs onderdrukking en ondergeschiktheid’, in de woorden van onderzoeker Orna Donath, die geciteerd wordt door Chemaly. Ik wilde niet per se moeder worden, ik wilde graag een kind. Dat is iets anders.’

‘Ik denk weleens: ik heb mezelf altijd het verkeerde ideaalbeeld voorgehouden’, zegt Jessica vanuit Griekenland. ‘Ik groeide op in dat traditionele gezin, maar wat ik vergat, is dat ik mijn vader was en niet mijn moeder. Als ik me dat nou eerder had gerealiseerd, dan had ik nooit ingestemd met dat klassieke rolpatroon. Misschien waren we dan niet van die high flyers geweest, maar waren we er wel samen uitgekomen.’

null Beeld Claudie de Cleen
Beeld Claudie de Cleen

Praten

Práát erover, zegt psycholoog Merith Cohen de Lara, als je je als moeder klem voelt zitten in het moederschap. Houd het niet bij jezelf en voorkom dat je jarenlang je eigen grenzen overgaat, omdat je denkt dat het nou eenmaal zo hoort. ‘We geven onszelf heel weinig ruimte om te bedenken: wat voor soort moeder ben ik eigenlijk? Het antwoord ligt in de richting van wie je zelf als mens bent.’ Moederschap staat wat haar betreft niet gelijk aan zorgen voor je kinderen. ‘Als ouder heb je een aantal opvoedtaken die je zelf doet of uitbesteedt, maar dat is wat anders dan moeder zijn. Dat bén je gewoon, en de tijd die je met je kinderen doorbrengt, zegt wat mij betreft niet alles over hoeveel je van ze houdt.’

Dus moeders die weggaan zijn niet ontaard? Else-Marie van den Eerenbeemt is 76 en al bijna een halve eeuw familietherapeut. Toch zegt ze, als ik haar bel: ‘Ik heb nog nooit een slechte moeder gezien. Wel wanhopige. Sommige moeders zijn boos, gefrustreerd of psychisch ziek, sommigen hebben hulp nodig, maar er is bijna geen enkele vrouw die een kind krijgt om het intentioneel slecht te behandelen.’ En Leda dan, de hoofdpersoon in The Lost Daughter die haar kinderen achterlaat en terugkijkend met tranen in haar ogen over haar eigen moederschap zegt: ‘I’m not a natural’? Het maakt Van den Eerenbeemt bijna kwaad: ‘Maar dan heeft ze een beeld van hoe een moeder zou móéten zijn! Iedere moeder moet het op haar eigen manier doen, onnatuurlijke moeders bestaan niet. Dat is onzin. Quatsch.’ Zolang je als moeder of vader je kinderen maar duidelijk maakt dat je er altijd voor ze bent, zegt de therapeut, wat er ook gebeurt. ‘Ik heb in mijn praktijk een contract van verbondenheid opgesteld dat het hele gezin bij mij tekent, óók de kinderen. Zo’n contract geeft iedereen zekerheid. Ex-partners bestaan wel, maar ex-ouders niet.’

Droomleven

In Den Haag neemt auteur en boekhandelaar Kim Heijdenrijk haar laatste slok limonade. Ze woont sinds een paar maanden in haar eigen studio in dezelfde stad als haar ex en kinderen. ‘Een soort vrijgezellenbestaan met bonuskinderen, maar dan die van mezelf; dit is het soort leven waar ik altijd van heb gedroomd. We hebben geen ouderschapsplan, geen regeltjes, geen verplichtingen. We zien elkaar als we daar zin in hebben. Soms logeert mijn zoon een weekend bij mij, dan weer gaan we met zijn vieren uiteten. Ik hou van mijn kinderen en wil ze niet missen, maar nu ze twee huizen hebben en ouders die weer goede vrienden zijn, in plaats van geliefden, heeft iedereen de mogelijkheid om even een adempauze van elkaar te nemen. Ik kan me er tegenwoordig echt op verheugen om mijn kinderen te zien: dat is wat ik altijd had gehoopt. En nu voel ik het.’