‘Ze gaan de treurwilg kappen’, zegt mama, ‘want hij houdt de zon tegen. Het huis blijft het hele jaar ijskoud.’ ‘Ei jou’, zeg ik. Mama staat in de keuken en smeert toastjes krabsalade. Haar witte benen zijn al een beetje gekleurd door de zon. Ik zie ze vanaf de grond. Ze lijken eindeloos. Ik zie ook Ida, mama’s vriendin. Ze heeft dikke enkels. Onze hond loopt op haar af en snuffelt aan haar tenen. Ida merkt het niet. ‘Oond! Ond!’ Roep ik. De hond steekt z’n tong uit en likt aan Ida’s tenen. ‘Ieh!’ Ida stapt bijna op mij, haar grote sandalen wegen vast honderd kilo. ‘Kind!’ Ida tilt me op. ‘Heb ik je geen pijn gedaan?’ ‘Wei ka da’ zeg ik. Ida zet me op de keukentafel. Ze draait zich weer naar mama. ‘Kan de gemeente die boom niet knotten?’ Vraagt ze. ‘Nee. Het is helemaal kappen, of anders niks’, zegt mama.
‘Ziezo.’ De schaal ligt vol. Toastjes krabsalade liggen tegen blokjes ananas en augurken in jasjes van salami. Mama likt het mes af. Met de hond aan haar voeten loopt ze de kamer in. Gelach en getingel waaien de keuken in, tot de deur weer dichtvalt. Ida en ik blijven achter. Het is stil. Het bakje krabsalade staat er nog. Voor mij! Ik strek mijn arm, strek, strek, kan het al bijna pakken… Ida schuift het bakje weg. ‘Nee nee.’ zegt ze. ‘Dat mag jij niet. Daar ben jij nog veel te klein voor’. ‘Ei voor, ei voor!’ zeg ik. ‘Jij kan nog niet eens praten’, zegt ze. ‘Dan mag je ook geen krabsalade hoor.’ ‘Oor oor,’ ik strek mijn armen, maar Ida pakt het bakje. Tussen de lege flessen en servetjes op het aanrecht vindt ze het dekseltje. Ze aarzelt even. Dan steekt ze haar dikke vinger in het bakje, haalt ‘m in een lange haal door de zachtroze salade en steekt ‘m in haar mond. Haar ogen sluiten. Haar lippen krullen. Hmm, komt er tussen haar dikke wangen vandaan. Als haar ogen weer openen kijkt ze me geheimzinnig aan. Ze doet de deksel op het bakje en zet het in de koelkast. ‘Niks vertellen hè?’ zegt ze. Ze tilt me op. ‘Mama iaaa mama iaa eten! Mag nie mag nie!’ schreeuw ik als ze me de kamer indraagt. Niemand kijkt om. Ida zet me in de box en glimlacht. Er zit een roze stukje tussen haar tanden.