Na twaalf jaar teleurstellend voetbal, zegt de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren, heeft zijn vaderland eindelijk weer een nationale ploeg om fier op te zijn. Hij portretteerde de Rode Duivels als gladiatoren in de aanloop naar het WK in 2014.
Zie ze het veld opkomen. Strijders. Kameraden. Concurrenten. Hier, op dit grasveld, zullen ze vechten op leven en dood met duizenden ogen op zich gericht. Sommigen waren straatjochies in de buitenwijken van Luik of Brussel, dit is hun ticket naar vrijheid. Winnen garandeert onsterfelijkheid. Vallen ze, dan worden ze verzorgd, verliezen betekent dat ze nooit meer terugkomen, dus verliezen is geen optie. Maar deze mannen zijn niet bang. Ze zijn er klaar voor, hun lichaam is een werktuig in topconditie, beter dan dit wordt het nooit meer. De nieuwe Rode Duivels zijn gladiatoren, en zo wilde de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren ze ook vastleggen.
‘Vroeger hadden we een bange ploeg’, zegt Vanfleteren (44). ‘Als die het veld op moesten, voelde je bijna hun angst voor de bal. Jullie in Nederland hebben een heel andere voetbalhistorie, maar hier in België hebben we twaalf jaar lang abominabel gespeeld. Nu staat er een ploeg vol lef, dat is schoon om te zien.’
In zijn boek XXMIV zijn de 26 mannen geportretteerd die straks op het WK in 2014 de belofte moeten gaan waarmaken. De fotografie werd strak gepland rondomde kwalificatiewedstrijden, en elke shoot voelde Vanfleteren de spanning stijgen bij de trainer. Maar niet bij de spelers zelf.’ Stel je voor dat jouw professionele leven maar vijfien jaar zou duren, en dat je dan een maand voor het hoogtepunt misschien wel geblesseerd zou kunnen raken… Oef. Maar deze mannen waren cool en relaxed. Verliezen is niet iets waar ze aan denken.’
België’s bekendste fotograaf had wel vaker topsporters gefotografeerd, zijn foto’s van wielrenners en boxers zijn wereldberoemd. Maar bijna geen enkele andere atleet (‘behalve iemand als wielrenner Tom Boonen’) is zo mooi als een voetballer. ‘Veel wielrenners zijn mager en hebben een kippenborstje. Voetballers hebben gespierde benen, brede schouders, het zijn complete sporters. Ze zijn fier op hun lichaam, kennen de herkomst van elk litteken en willen het graag tonen.’ In tegenstelling tot vroeger, zijn bijna alle spelers uit het Belgisch nationaal el fal actief in de grote Europese competities. Toch zijn het geen vedetten. ‘Iedereen was opvallend correct en op tijd, alle mensen in de studio kregen een handje. Dat was misschien ook wel de verdienste van de trainer die steeds vroeg: ‘Hebben ze zich gedragen? Zeg het maar, anders vliegen ze eruit.’
Marc Wilmots is niet alleen bondscoach, maar ook België’s hoop in bange dagen. En dat gaat verder dan sport. ‘In een jaar tijd is de ploeg van een bende losers in een bende winnaars veranderd. Daarmee hebben de Rode Duivels zelfs de politiek overstegen. Het Belgische gevoel leeft ineens weer. Ik moet zeggen dat ik eigenlijk meer een wielerfan was, maar nu ben ik, net als alle andere Belgen, weer helemaal in de ban van het voetbal.’
Wat ook mooi is: het elfal symboliseert het nieuwe België. ‘Je ziet de bleekscheten, de jongens uit Congo, de Marokkanen. Van het diepste bruin tot het lichtste blank. Neem zo’n jongen als Axel Witsel, die is toch prachtig? Toevallig had hij ook al een tatoeage van engelenvleugels. Nu ik zelf ouder word en ineens een bierbuikje krijg, kan ik de schoonheid van die perfecte lichamen nog meer waarderen.’
Nog een half jaar, dan zal het WK in Brazilië de wereld weer in winnaars en verliezers verdelen. België wacht ademloos af. ‘Wij, het publiek, zijn bang om nu we eindelijk zover gekomen zijn direct het toernooi uitgewipt te worden. Maar deze jongens lijken het niet te voelen. Een naam als ‘Arena’ voor een voetbalstadion is niet toevallig gekozen. Dit zijn gladiatoren, die kennen geen angst.’
Foto: Stephan Vanfleteren