Het dier, niet de schrijver

Als ze niet schrijven óver hun kat dan zit-ie wel op schoot tíjdens het schrijven, vandaar dat ze hem graag eens op de voorgrond zetten. Vijf schrijvers over hun huisvriend.

Schermafbeelding 2016-02-22 om 14.24.40

Renske de Greef: ‘Als je als columnist echt niks meer weet, kun je altijd nog over je katten schrijven, zei iemand. En inderdaad: ik kreeg nog nooit zoveel likes. Ze zijn een dankbaar onderwerp, je hebt altijd het idee dat ze snode plannen aan het smeden zijn om de wereld over te nemen, of dat ze naar je kijken, zuchten, en denken: wat is ze dóm.

Een hond gaat gewoon een tak halen, dan heb je met katten toch een leuker personage. Maar met een hond zou ik me ook voortdurend schuldig voelen: wéér geen anderhalve kilometer gewandeld vandaag, terwijl katten gewoon als schaduwen door je huis glijden. Ze doen niet zo’n inbreuk op je eigen bubbel.

Pootjes zit wel graag op schoot. Fijn, want dat was ook wel een beetje de deal, vind ik: jij brokjes, ik aaien. Maar of hij en zijn broer Kees van me houden? Nee, dat denk ik niet. De schoot is niet een persoonsgebonden behoefte, hun affectie zal altijd egoïstische motieven hebben. Maar ze hebben het hier wel naar hun zin. Precies dat streepje zon op de vensterbank pakken, altijd schone was om hun haren op te verspreiden. Of komt die gedachte ook alleen maar voort uit mijn eigen behoefte naar het ultieme geluk: op de bank met de kat als een harige kruik over me heen gedrapeerd? Nou ja, daarvoor hebben we dus de brokjesdeal.’

Pootjes is een Europese korthaar van 1,5 jaar.

Renske de Greef (31) is schrijfster en columniste van NRC next.

 

Schermafbeelding 2016-02-22 om 14.24.24

Thomas Verbogt: ‘Katten verzoenen je met de boze buitenwereld. Ze hebben hetzelfde effect als humor: alles wordt wat minder hard. Soms ben ik aan het werk en weet ik even niet waar ik het vandaan moet halen. Niet dat Fons dan helpt, maar zijn aanwezigheid werkt verzachtend.

Hij is eigenlijk een logeerkat. Omdat de dochter van mijn vriendin gaat bevallen en hij de neiging heeft op alle babyspullen te gaan zitten, is hij nu weer een poos bij ons. Zeer aangenaam. Soms ligt hij op schoot te slapen als ik eigenlijk al klaar ben met werken, maar dan blijf ik gewoon iets langer zitten en denk ik een beetje na. Al valt hij de laatste tijd ook vaak in slaap op Het schandaal in de familie Wabshot van John Cheever. Maar of Fons slim is? Dat weet ik eigenlijk niet. Hij weet wel wat-ie moet doen om iets gedaan te krijgen: naast mijn pc gaan zitten en me aankijken. Als ik opsta, want die blik kun je niet negeren, gaat hij me voor naar zijn lege etensbak of de deur die open moet. Uitermate grappig.

Het lege, stille huis dat je deelt, de getuige die hij is van jouw concentratie; de relatie met een kat voelt voor schrijvers al snel als een vorm van vriendschap. En aangezien hij toch al toeschouwer is van mijn kleine huiselijke dilemma’s, waarom zou ik dan niet tegen hem praten? Ik heb het gevoel dat hij me verstaat. Als ik vraag: ‘Wil je eten?’ reageert hij tenminste altijd. Wij hebben een band, dat weet ik zeker. Gelukkig woont hij op vijf minuten fietsen.’

Fons is een vuilnisbakje van 7 jaar.

Thomas Verbogt (63) is columnist, toneelschrijver en auteur van onder andere Perfecte stilte en Als de winter voorbij is.

 

Schermafbeelding 2016-02-22 om 14.24.07

Midas Dekkers: ‘Als Emma een mens zou zijn en de tram moest halen, dan zou ze nooit rennen. Er komt er nog wel een, zou ze denken. Ze komt uit Bilthoven en zo gedraagt ze zich ook: nooit schrokken, slokje voor slokje drinken. Af en toe krijgt ze de kattenkolder in de kop en begint ze als een waanzinnige te draven, maar dan doe ik of ik het niet zie, zodat ze zich na afloop niet hoeft te schamen.

Intelligent? Nee, poezen zijn volstrekt achterlijk. Soms kíjken ze of ze diepe gedachten hebben, maar daar trappen wij mensen toch niet in? Wat ze wél hebben bereikt, is een jaloersmakend stadium van gemoedelijkheid.

Als ik gelukkig wil zijn, moet ik een boek schrijven of op televisie, maar een poes ligt op de vensterbank boven de verwarming gewoon poes te zijn. Dat besmettelijk knusse gesnor is precies wat je tijdens het schrijven nodig hebt, afgewisseld met voortdurend zeiken om aandacht. Als een maîtresse weet een poes zo een ander register in de mannelijke ziel te beroeren dan willekeurig elk ander dier – ik zou althans niet weten hoe een cavia me bij het schrijven zou kunnen helpen.

Mijn leven heeft geen enkele zin als er geen poes is, maar voor Emma en haar zoon Bart is mijn aanwezigheid in huis toevallig. Ik bén er, zoals er ook tafels en stoelen zijn en de liefde die ik van ze krijg, heb ik er eerst zelf ingeaaid. Overigens geldt dat ook voor de liefde die je van een mens meent te krijgen. En zo kun je, hoe dom een poes op zichzelf ook is, toch heel veel van je huisdier leren.’

Emma is een Europese korthaar van 18.

Midas Dekkers (69) is bioloog en auteur van o.m. Lief dier, Poot & Poes en De thigmofiel.

 

Schermafbeelding 2016-02-22 om 14.24.59

Susan Smit: ‘Ik zag een foto toen hij tien weken oud was en ik kon niet meer terug. Maar Whoopi is niet mijn kat. Dat zeg ik ook altijd tegen de kinderen: nee, hij is van zichzelf. We geven hem eten en we aaien hem, daarom blijft hij bij ons.

De Britse korthaar is leuk met kinderen, daarom heb ik hem uitgekozen. En mijn ex was allergisch voor katten, dus ik dacht: als die man er toch uitgaat… Ja, Whoopi is ook een beetje een troostkat. Zo’n koppie in je nek, een lik over je neus; je krijgt er genegenheid van, en als ik hem ’s ochtends niet heel hartelijk begroet, is-ie echt beledigd. Het is een warm, levend wezen waar je gezelligheid aan hebt. Eigenlijk is het dus een gelijkwaardige relatie. En nee, dat is níét iets dat wij projecteren op zo’n beest, een baby’tje in de couveuse moet ook vaak en liefdevol worden aangeraakt, anders gaat het dood. Als het heel hard regent en ik zit met een pot thee en die kat op een fleecedekentje naast mijn computer, dan ben ik oprecht gelukkig. Ik denk dat we dingen in elkaar herkennen. Als je schrijft is je aandacht gericht en tegelijkertijd dromerig, ergens tussen waken en slapen in. Katten verkeren ook vaak in zo’n staat. En net als zij zijn schrijvers autonome, onaangepaste wezens. Daarom zeg ik tegen mijn dochter van vier: niet pakken, je moet hem naar je toe laten kómen. Net als mannen, haha.’

Whoopi is een Britse korthaar van 5 maanden.

Susan Smit (41) is auteur van onder andere Heks, Gisèle en En dan de liefde.

 

Schermafbeelding 2016-02-22 om 14.23.48

Mensje van Keulen: ‘Als een kat van me overlijdt, zie ik hem terug in elk paar schoenen in de hoek. Wat wee, zullen mensen nu denken, maar dieren tonen affectie en Bosie doet dat volop. Een pantoffel, een stoffen muis – hij brengt elke nacht iets naar mijn werkkamer. Toen ik mijn andere kat had moeten laten inslapen – die was pas 2 en ik was er erg verdrietig om – heeft hij ’s nachts zelfs een poezenknuffel van mijn kleinzoon omhoog gesleept. Twee trappen op, het ding was zo groot als hijzelf, ongelooflijk.

Rudy Kousbroek zei ooit: een dier is in staat tot lijden, dus als we menselijke eigenschappen op ze projecteren, vind ik dat niet verkeerd. Als ik wegga, zit hij me op de vensterbank na te kijken. Kom ik thuis, dan krijg ik een likje en als het lang geduurd heeft, springt hij spinnend in mijn nek. Hij houdt van ons, dat weet ik zeker.

Een kat is goed voor de zintuigen; die zachte pootjes, die teentjes, die oortjes die je mag aanraken, dat gezichtje, die heerlijke geur van zijn vacht. Bosie is er zo een die je zou willen opeten. Tijdens het werk aai ik ‘m meestal onbewust, en als ik iets wil uittikken en hij zit voor het toetsenbord, doe ik dat met gebogen armen over hem heen. Ik weet niet of je het inspiratie kunt noemen, maar het gaat gewoon beter als hij in de buurt is. Bij het schrijven, bij het het leven. Bij alles, eigenlijk. Als deze kat doodgaat, ga ik ook, denk ik weleens.’

Bosie is een abessijn van 11.

Mensje van Keulen (69) is auteur van onder meer Bleekers zomer en De gelukkige. Haar nieuwe roman Schoppenvrouw verschijnt in februari 2016.