Misschien begon het wel met sojamelk. Ineens liepen er overal meisjes met een grote beker door de stad, en dan niet in de stijl van ‘geef me mijn shot want ik kom net uit bed na een hip Hollywood heroïneslaapfeestje’, maar meer als de maagd Maria die even wegdroomt boven een gerecycled kartonnen bekertje. Vredig. Zedig. En compleet in harmonie.
Ik kon ze wel schoppen
Kijk deze sojalattemeisjes eens puur en nonchalant door de stad gaan. Hun lieve loafertjes (sokken facultatief) lijken een paar centimeter boven het trottoir te zweven. Op het klassieke Franse horloge zien ze dat ze nog net tijd hebben om een bakje quinoasalade voor de lunch te kopen. Daarna halen ze hun OV-chipkaart uit de zak van hun dure maar eenvoudige trenchcoat (‘investeer in basics’), checken geweldloos in en zien op weg naar hun parttimebaan vanachter hun iets te lange pony de stad aan zich voorbijtrekken, een vage glimlach om de kleurloze mond. Geen lippenstift, geen hakken, geen knallende handtas maar een donkerblauwe trui, mannenschoenen en een vintage Fjällravenrugzakje. Let maar niet op ons, lijken ze te zeggen, wij zijn gewoon heel erg onszelf, zo constant en intens dat ons imago het lege plaatsje naast ons volledig opvult. Ik kon ze wel schoppen, deze meisjes. Tot ik zelf ook ineens met zo’n beker in lijn 10 zijig zat te glimlachen naar willekeurige voorbijgangers, gehuld in schapenwol, vintagelinnen en sojamelk. Hoe kon dit? Wat was er in godsnaam gebeurd?
It’s in the sky
Soms lijkt het wel of iets in de lucht hangt. Van de ene op de andere dag lopen we met z’n allen op gekleurde sneakers onder skinny jeans door de Negen Straatjes in Amsterdam. Dat is natuurlijk het principe van mode, trends zijn allemaal even heel erg in en raken daarna weer heel erg uit. Maar de golf van soberheid overspoelt het straatbeeld nu al een paar jaar. Sarah Domogala (35, documentairemaakster, moeder) maakte er vorig jaar een documentaire over: It’s in the sky. Hierin probeert ze te analyseren waarom zijzelf en alle vrouwen die ze bewondert, van Amsterdam tot Parijs tot Stockholm, hun vrolijke bloemetjesbloezen en woeste stippenrokken laten hangen en voor een nieuw soort kleurloosheid gaan. ‘Ineens moet alles strak en eenvoudig zijn, alsof ik op kostschool zit’, aldus Domogala in voice-over.
De volgende scène speelt zich af in een hippe koffietent. ‘Ik heb er lang over gedaan voor ik wist wat ik mooi vond,’ zegt Jorieke (29, toneelschrijfster, freelancejournalist) ernstig tegen de camera. Ze draagt een onopvallende blauwe bloes en jas. ‘Maar het is allemaal heel donkerblauw, grijs, streepjes, denim…’ Ze glimlacht trots. Dominique (35, psychiater, systeemtherapeut, moeder) wordt geïnterviewd in een nondescripte (maar duur uitziende) wollen jas op een bankje tegen de pui van een café. Terwijl op de achtergrond verregende toeristen worstelen met wind, paraplu’s en het leven in het algemeen, vertelt Dominique in volledige harmonie over haar beoogde uitstraling: ‘Wat voor mij altijd voorop staat, is dat je goed op jezelf let en goed voor jezelf zorgt. Zonder dat je je omgeving verliest.’ Ze kijkt tevreden.
Ook de andere professionele en ambitieuze vrouwen in de documentaire kijken tevreden. Ze hebben het allemaal. De vrienden, de geliefde en de baan. Pure perfectie, gevangen in een donkerblauwe trui. ‘I’ll have what she’s having.’ Ik wil ook zo’n trui.
Met alle respect
Is het toeval? Precies achter het café waar psychiater Dominique werd geïnterviewd, midden in de Negen Straatjes, zit COS. Een winkel vol Scandinavische, vormverhullende en genderontkennende kleding, meestal donker en onopvallend van snit, maar opvallend in materiaalkeuze en detail. Of, zoals de haters zeggen: grote lappen, weinig kleur. Dit is het hart van de nieuwe soberheid. ‘Ik denk dat schoonheid tegenwoordig veel meer in onszelf zit dan in onze kleding’, zegt Cammy (28, verkoopster, kledingadviseur, kunstenaar). Ze heeft de meest amandelvormige ogen ooit en draagt een conceptueel zwart jurkje met zwarte vintageloafers en ze gaat mij helpen om ook die look te bereiken.
Helaas, de donkergrijze skinny jeans met de lichtgrijze trui en het witte kraagje staan me niet. Ik zie eruit alsof ik gisteren ben overleden.‘Misschien is dit toch wat te basic,’ zegt Cammy lief. Ik leg uit dat ik eigenlijk op zoek ben naar iets minimalistisch dat een statement maakt door geen statement te maken, zeg maar. Cammy komt terug met een grote stapel kleding. Donkerblauwe strakke jeans met een mooi gemaakt donkergrijs bloesje erop. Het staat niet slecht. Een zwarte kokerrok, niet echt strak, met wederom een wijd shirt. Moet dat niet ín de rok, om het wat meer contour te geven en wat minder, met alle respect, een vuilniszaksilhouet? Cammy vindt van niet. ‘Je suggereert nu je figuur in plaats van het te benadrukken’, zegt ze. ‘Dat is juist heel vrouwelijk’. Natuurlijk draag je kleding in eerste plaats voor jezelf, maar zit er nog wel enige spanning in deze outfit? Is dit eigenlijk geen enorm manafstotende mode? ‘Dat hangt er misschien vanaf naar wat voor soort man je op zoek bent’, zegt Cammy fijntjes. ‘Hiermee trek je de man die is geïnteresseerd in jou als persoon.’ Oké, die zit.
De nieuwe kuisheid
Terug in het pashokje denk ik aan de documentaire, waarin Caroline de Maigret (38, Frans topmodel, muze, moeder, muziekproducent) de sobere mode kenschetst met: ‘Je hoeft geen seks meer uit te stralen om verleidelijk te zijn.’ Ze zegt het overtuigend, in haar jeans, donkerblauwe trui en met alleen wat mascara op. En noemde modecollega Bregje Lampe deze kleding al niet ‘de nieuwe kuisheid’? Terwijl ik de kokerrok uittrek en me afvraag of geen van mijn exen dan oprecht was geïnteresseerd in mij, klopt Cammy op de deur. Daar is-ie dan. Het hoogtepunt van soberheid: een knielange, donkerblauwe blazer en een glimmende, donkere broek met stretchband, met om het af te toppen een wijd, wit hemd. Als dit niet sober is, weet ik het ook niet meer. Ik trek het aan en verwacht mezelf te zien in het veel te grote pak van mijn vader, maar in de spiegel zie ik na de eerste verbazing een nonchalante, ambitieuze, zelfs best wel harmonieuze dertiger. Cammy roept: ‘Ja, dit ben jij!’
Het geheim van de blauwe trui
Weer buiten voel ik me zelfverzekerd en in balans. Opmerkelijk. Want er staan vandaag nog drie afspraken en een deadline, maar door één donkerblauwe outfit ben ik ineens heel zen. Zou dat ook gelden voor alle gedowndresste voorbijgangers? Voor alle geïnterviewden in de documentaire, ja, zelfs voor het Franse topmodel? Is dat waarom ze dragen wat ze dragen? Het zijn vrouwen die het gemaakt lijken te hebben in het leven: interessante banen, boeiende vrienden en relaties en leuke baby’s (of op het punt leuke baby’s te nemen). Vrouwen die van bikramyoga naar EkoPlaza fietsen terwijl ze op hun witte iPhone 5 De Correspondent lezen. Vrouwen die alles willen en alles zo goed mogelijk. Niet voor niets zijn het allemaal dertigers. Niet voor niets ben ik zelf net 30 geworden.
Is dat misschien het geheim van de blauwe trui? Is de sobere mode niet de kroon op ons omnipotente zijn, maar juist een bezwering van de dertigerschaos? In een tijd waarin alles kan en eigenlijk ook moet, zoeken we misschien wel zekerheid en rust in kleding. Hoeven we dáárover in ieder geval niet meer na te denken. Want iedereen draagt zo’n trui, dus omkleden voor een etentje is niet meer nodig. En iederéén heeft die platte loafers, dus we kunnen lekker van hot naar her blijven rennen. En niemand heeft mascara op, dus de kans dat we straks met zwarte vlekken boven onze ogen op een netwerkborrel staan, is minimaal. En: we zien er met ons witte kraagje niet alleen braaf uit, we zijn het ook.
Vetvlek
Omdat zo’n wit kraagje doorgaans vrij duur is en die kasjmieren trui erover al helemaal, halen we onszelf over door te zeggen: ja, maar deze stukken koop ik voor het leven. (Stukken. Vreselijk woord.) En dat is hip in deze duurzame tijden waarin een bezoekje aan grachtengordelsuper Marqt statusverhogend werkt en de plofkip écht niet meer kan. We willen ons immers aan de dertigersregels houden en daarmee verwordt de blauwe trui tot één van die regels. Downdressen om ons imago op te vijzelen, dus. En zo is de sobere mode niet alleen lekker rustig, maar ook nog eens verantwoord en daarmee eigenlijk ontzettend…
Saai. Kom op vrouwen! Willen we dit echt? Mode is toch meer dan keurig zijn? Die biowinkels, de linnen tasjes, die wijde kleding en de make-uploze look: onze moeders hebben het in de jaren zeventig al lang gedaan en nu doen wij het gewoon weer? Is het niet veel leuker om die donkerblauwe trui te combinerenmet een loeistrakke witte leren rok, waarop een enorme vetvlek zit van het patatje oorlog van na de netwerkborrel? En wat nou sojamelk. Koeienslagroom met rum d’r in! Zuipen! Vreten! En rood met roze combineren!
(En zit je de volgende dag met een kater weer in de tram, probeer dan eens een latte met amandelmelk. Schijnt echt hét nieuwe ding te zijn en veel beter voor de wereld dan soja, las ik op de site van mijn favoriete modeblogger, tevens moeder, illustratrice en fotograaf.)
Foto’s: Stunning Streetstyle