Als het ’s avonds nóg 30 graden is, de guacamole overal is uitverkocht en dorstigen bij gebrek aan kurkentrekkers met behulp van schoenen en takken trachten flessen witte wijn te ontkurken, komt onvermijdelijk ook parkcliché nummer één tevoorschijn: de wegwerpbarbecue. Een aluminium bak met houtskool die uren nadat de picknick is begonnen pas goed heet wordt zodat iedereen, allang dronken van de lauwe wijn, in de toch nog gevonden guacamole gaat zitten en de vergeten hamburgers krom liggen te trekken. Ineens koelt het dan schrikbarend snel af, fiets je rillend door de blauwe dampen naar huis en ga je de volgende dag verbrand en licht verkouden naar je werk. Het gras zit vol schroeivlekken, in de bosjes ligt verkoold vlees en je weet: zo hoort een échte zomer te zijn. Leve de wegwerpbarbecue!
