Gevonden voorwerp: een dino

Fotograaf Isabella Rozendaal ging naar regenachtig Montana om er de vindplaats van Trix, de T. rex van Naturalis, te fotograferen.

 

Je loopt over je land en je vindt een complete tyrannosaurus rex. Kan gebeuren, Blaine Lunstad weet er alles van. Nou ja, eigenlijk is de gigantische lap grond in de Amerikaanse staat Montana van ranchers Lige en Mary Ann Murray en helpt Lunstad alleen mee de kudde koeien over de eindeloze vlakten te jagen, zesenhalve dag in de week, richting hun eindbestemming: Black Angus Beef. Heeft Blaine op zondagmiddag eindelijk ‘es vrij, dan loopt hij meestal over datzelfde land, op zoek naar fossielen van dinosauriërs – paleontologie is een vrij normale hobby hier in het Midwesten van Amerika. En een interessante vondst is ook niet ongewoon.

 

Tenminste, voor wie snel genoeg is. Door erosie komen er jaarlijks honderden stukjes dinobot en -tand aan de oppervlakte, maar door het vriezen en dooien vergaan de fossielen van zo’n 66 miljoen jaar oud weer snel – en dat de koeien er graag op kauwen, helpt evenmin mee. Toch raapt Lunstad op elke wandeling wel een stukje dinosaurus op. Maar het skelet van een reusachtige tyrannosaurus rex, bijna 5 meter hoog en 12 meter lang, zoiets had hij nog niet eerder gevonden.

 

‘Dollars’, is de eerste gedachte van landeigenaar Lige. Het is augustus 2013. Niet dat hij en Mary Ann dromen van een villa met zwembad, integendeel: de zeventigers willen zo lang het kan op hun ranch blijven werken, maar wat geld om daar in te steken is wel fijn: zo’n boerderij met 100 vierkante kilometer land eromheen kost nogal wat. Maar ja, hoe krijg je miljoenen jaren oude botten uit je grond? Buurman Clayton Phipps, een fanatiek fossielenjager, wordt erbij geroepen. De landeigenaar heeft zichzelf tussen het koeien hoeden door alles geleerd over fossielen.

 

Bereik voor mobiele telefoons is er niet in deze hoek van Montana, maar hij heeft wel een snelle internetverbinding. Ooit vond Phipps een dino-schedel en na digitaal contact met een aankopende partij kon hij een jaar leven van de verkoop.

 

Deze dinosaur cowboy helpt de Murrays met de eerste opgravingen, en als blijkt dat er inderdaad een complete tyrannosaurus in de grond ligt, brengt hij ze in contact met paleontoloog en fossielenhandelaar Pete Larson, die weer heeft gehoord dat een museum in Nederland op zoek is naar zo’n T. rex.

 

En zo wordt de grootste vleesetende dinosaurus die ooit heeft geleefd botje voor botje opgegraven, geprepareerd, héél voorzichtig gezandstraald met natriumbicarbonaat – oftewel gewoon zuiveringszout – en op het vliegtuig gezet. Over twee weken, vanaf 10 september, kan ze worden bezichtigd bij Naturalis in Leiden. Vanaf dat moment heet ze Trix.

 

Om de nieuwe bewoner van het natuurhistorisch museum beter te leren kennen, geeft Naturalis een boek uit waarvan Marijke Besselink de tekst schreef. Fotograaf Isabella Rozendaal vloog naar Montana om de vindplaats van Trix en de voorbereidingen van het transport te fotograferen. Ze bleef er een week, precies genoeg om naar de plek te reizen waar Trix is opgegraven. Maar eerst zag ze in de werkplaats van Pete Larson hoe honderden botjes in elkaar worden gezet tot een reusachtige dinoschedel.

 

Van tevoren had Rozendaal zich wel een beetje zorgen gemaakt om haar WA-verzekering, vertelt ze in Amsterdam: ze was niet verzekerd in Amerika. ‘Ik stond in de werkplaats te fotograferen en wist: als ik nu één stapje naar achter doe, breek ik een 66 miljoen jaar oud neusbot af. ‘Nee hoor’, zeiden de paleontologen die er aan het werk waren. Bleek dat de poreuze botten doordrenkt waren met lijm, noodzakelijk om ze tentoon te kunnen stellen. Zo’n bot breekt niet zo makkelijk.’

 

Vanuit de werkplaats in South Dakota is het zes uur rijden – zonder pauze – naar de ranch van de Murrays, 500 kilometer verderop in Montana. Afgelegen plaatsen zijn Rozendaal niet vreemd, eerder heeft ze al eens twee weken diep in het Amazonegebied doorgebracht voor een fotoreportage, maar de uitgestrekte ranches van Montana voelen pas écht als het einde van de wereld. In de wijde omtrek zit één bar, en toen ze daar op een avond met Lunstad, Lige en Mary Ann Murray een hamburger at, kwamen de gasten vragen wie ze zijn: ze herkennen hun buurtgenoten niet. Het leven van een rancher is geïsoleerd, leert Rozendaal, misschien zelfs wel eenzaam, zonder afleiding of vermaak. Je kunt er uren rijden zonder een andere auto tegen te komen. Op vakantie, even ertussenuit? Kan niet, er is niemand die het werk kan overnemen. Geen wonder misschien dat veel midwesters zo bezig zijn met de versteende stukjes dino. Het is een andere wereld, eentje die uit de grond naar hén toekomt.

 

Ook Lunstad kan het niet laten. Toen Rozendaal de plek wilde fotograferen waar hij drie jaar geleden de eerste botten van het skelet van de T. rex vond, en ze er op quads naartoe reden, stopte hij om de haverklap, stapte af en bukte: kijk, een stuk schild van een triceratops. En hier: een tand van een dinosaurus. Gisteren vond ie een veel grotere, dus deze was voor de fotograaf. Hij weet precies waarnaar hij moet zoeken. Soms gaat hij samen met zijn vrouw Michelle op jacht, soms gaat hij alleen en werkt zij thuis aan haar schilderijen – van dinosaurussen.

 

Natuurlijk, het geld is een prettige bijkomstigheid, denkt Rozendaal, maar hun liefde voor deze stukjes versteend bot is echt. En een beetje besmettelijk. ‘Dode dingen van zoveel miljoen jaar oud, dacht ik vroeger over fossielen, die liggen er nog wel even. Maar Lunstad bracht ze tot leven.’

Foto’s: Isabella Rozendaal