Waarom zelf je kleren kopen als je partner een betere smaak heeft? ‘Als ik het pas, kan hij het ook aan.’
Holly Syrett (29, modeconsultant) kleedt haar verloofde Hans Dijkstra (30, managing partner bij een recruitmentbureau).
Holly: ‘Hans had al een goede smaak, maar voor we elkaar kenden, kwam het er gewoon nog niet zo uit. Laten we zeggen dat ik niet op zijn kleding ben gevallen, haha. Hoe hij eruit zag? Echt een übersalesjongen. Maar ik heb nooit gezegd: kom, we gaan shoppen, hij heeft mij juist meegevraagd. De eerste keer gingen we samen naar de Oger outletstore. O jee, hoe lang gaat dit duren, dacht ik nog, maar binnen een uur liepen we naar buiten met twee supermooie pakken. We gaan hoogstens twee keer per jaar, maar dan kopen we ook wel het hele plaatje: hemden, sokken, schoenen – en het liefst op maat gemaakte pakken van Oger of Possen. We halen alles met mooie stoffen en snits uit de rekken, hij gaat meteen passen en ik loop heen en weer met andere maten. Hans is niet mijn modepopje. ‘Nee nee nee’ hoor ik weleens uit de paskamer. Maar als-ie het dan aantrekt, gaat-ie soms toch om. Van de diepe V-hals is hij nu helemaal fan. Maar z’n nieuwe bril – nee, ik had echt niet gedacht dat hij dat zou durven. Zelf koop ik heel zelden kleren, ik combineer vooral Nederlandse designerkleding die ik via mijn werk heb gekocht met de modebibliotheek, waar je kleding kunt lenen. Daar zou Hans echt nooit in lopen. Maar misschien is dat nog work in progress.’
Hans: ‘Dankzij Holly ben ik afgestapt van het zwarte pak met de spekzolen eronder. Ik durf me nu excentrieker te kleden. Mijn bril is een goed voorbeeld, denk ik: eerst had ik een minimaal ontwerp met zo’n ijzermontuurtje, maar nu een grove, grote, met – ik durf het bijna niet toe te geven – rozetinten. Zelfs Holly was verbaasd. Ja, ik ben zeer tevreden met deze verdeling.’
Paul Bellaart (46, fotograaf voor bladen als Vogue, Bare en l’Officiel) kleedt zijn vrouw Nathalie Olijslager (47), die zijn zakelijke belangen behartigt.
Paul: ‘Ik vind haar prachtig, en dus wil ik Nathalie zo puur mogelijk zien: het liefst in een tuinbroek met niks eronder. Dat klinkt misschien erotisch, maar dat is het niet alleen; ik vind die stijl gewoon mooi. Het soort stoere schoonheid van een vrouw die niet de hele dag bezig is met haar verschijning, dat vind ik heel aantrekkelijk. Misschien is het ook wel een beetje beroepsdeformatie, ik zie heel veel vrouwen die veel spullen kopen en daar word ik soms wat somber van. Ik ben een sucker voor spullen voor het leven en dus koop ik goede basics voor haar, zo ook een parka van Fjällräven, en Amerikaanse of Scandinavische werkpakken, die stralen eenzelfde soort eeuwigheid uit. In Stellendam zit een winkel voor scheepvaartbenodigdheden, daar koop ik graag van die grote gele werklaarzen. Of gewoon de kleinste mannenmaat bij Hornbach, dat kan ook. Haar schoenmaat weet ik uit mijn hoofd, de rest doe ik op de gok. Bij een shoot in Spanje vroeg ik eens of een visagist wat lingerie voor me wilde passen, ik had zo ingeschat dat ze ongeveer dezelfde maat had. Vrij gênant − ze deed het nog ook. Soms koopt Nathalie zelf nog wel eens iets, maar ze brengt het net zo vaak weer terug; dan is het net niet eeuwig genoeg. Daar ben ik heel streng in. Maar het is strengheid uit liefde.’
Nathalie: ‘Ik hou niet van shoppen. En het is dat ik af en toe nog weleens naar een afspraak moet, anders zou ik het liefst elke dag in zo’n werkpak lopen, heerlijk. Paul heeft gewoon een veel betere smaak dan ik.’
Sijtze van der Meer (44, acteur) kleedt zijn vriend Jeroen de Beer (41, managementassistent bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten).
Sijtze: ‘Jeroen heeft lang thuis gewoond en zijn moeder kocht altijd truien en broeken voor ‘m. Zelf heeft hij er geen belangstelling voor. Ben ik aan het winkelen, staat hij gewoon te wachten – ik word er gek van. Hij koopt alleen maar cd’s. Ik denk dan: ik heb je nou al zo vaak gezien in die grijze trui, tijd voor iets nieuws. Maar Jeroen is iemand die zijn kleren echt draagt tot ze kapot zijn, en hij is tevreden met één paar schoenen. Ik heb nog steeds spijt dat ik die Ralph Lauren-trui niet voor ‘m heb gekocht bij de Bijenkorf, maar ik kom ook wel bij Men at Work en America Today. Eigenlijk koop ik alles. Onderbroeken bij de HEMA, hemdjes bij C&A, sokken van Happy Socks. Als ik het pas, kan hij het aan. Een tijd geleden had hij geen schone overhemden meer en kocht hij snel een shirt in zo’n bejaardenwinkel bij ons om de hoek. Er zat een USSR-logootje op, geloof ik. Dat shirt heb ik voor ‘m weggegooid.’
Jeroen: ‘Maar mijn smoking heb ik alleen gekocht! Sijtze had het zo druk voor de première van Tarzan dat ik zelf naar V&D ben gegaan. Daar was net de Frans Bauer-lijn in de uitverkoop. Wat een fantastisch pak, zei iedereen die avond, maar bij z’n volgende première mocht ik van hem niet meer stiekem mijn jasje openslaan en laten zien dat er ‘Bauer’ in stond, haha. Soms neemt-ie me mee de stad in voor een taartje en slaan we ineens af – kom, even naar Bendorff. Een van de mooiste dingen die hij voor me heeft gekocht is een gebreid colbertje van WE. Ik vind het wel een fijne verdeling, mijn vader koopt trouwens ook nooit zelf kleding.’ Sijtze: ‘Zie je, ben je toch met je moeder getrouwd.’
Foto’s: Anne Claire de Breij