Ik, een sloerie?

Sloeries, dat zijn altijd andere vrouwen, maar waarom eigenlijk? Naar aanleiding van Sunny Bergmans nieuwe documentaire Sletvrees onderzoekt journalist Margot C. Pol (30) de definitie van sloerie.

Van mijn eerste onenightstand herinner ik me vooral het glas sinaasappelsap dat hij na afloop voor me maakte. Er zaten grote stukken in: in de keuken zag ik dat hij de sinaasappels had gepeld en ze daarna in hun geheel in de blender had gegooid. Later fietste ik door de besneeuwde nacht naar huis. Ik was niet moe of voldaan, niet vol van nieuwe sensaties, niet zingend van extase. Ik voelde niks. Ik kon alleen maar denken: een onenightstand. Ik heb een onenightstand gehad.

Was ik toen een slet? Ik vind van niet. Het was een nieuwe ervaring. Behalve door ver te reizen en naar hippe feesten te gaan, hoor je ook op andere fronten iets van je leven te maken. Ik zet het niet op Facebook en ik hoop dat niemand me tagt, maar toch voelt een nieuwe ervaring in bed óók als een klein puntje dat van de to do-lijst kan worden afgestreept, het geeft een vreemd soort voldoening. Hoppa hatseflats, en door.

Even geen serieuze relatie, wel seks.
Want seks hoor je te doen. Je bent gek als je het niet doet, je bent helemaal gek als je het in je leven maar met één persoon zou proberen. Waarom zou je? Alles kan en mag! Dan ga je je toch niet beperken? Bovendien, wie legt zich nou meteen vast, zeker met alle flirtapps en -sites onder handbereik. En dus is het volkomen okee om even geen serieuze relatie te willen, maar wel seks. Met heel veel mensen. De enige voorwaarde is dat je van tevoren zegt dat je niet serieus op zoek bent, dan heb je een vrijbriefje om iedereen af te werken. Want ze wisten het toch? Je had het op je profiel gezet.

Een vriend van mij heeft net een prachtige nieuwe bank gekocht. Hij is er blij mee, net als met het groepje meisjes dat er regelmatig op zit (één voor één). De vrouwen weten van elkaars bestaan en niemand is serieus op zoek, dus het lijkt de perfecte situatie: zijn eigen harem, een recept voor eeuwig durend geluk.

Goedgekeurd voor het ontbijt
Tot een van de leden een tijdje geleden boos werd, omdat ze te weinig aandacht kreeg. Dat wist je van tevoren, zei de vriend. Ja, maar toch. Ze hoefde niet de enige te zijn, maar wel de meest speciale en ze wilde hem nú zien. Dat kon niet, er kwam die avond al een ander. Ruzie en drama via WhatsApp. De ander arriveerde, maar toen ze eenmaal op de mooie bank zat, was mijn vriend nog zo verdrietig van het geruzie, dat hij zich niet kon concentreren. Hij was nu geen leuk gezelschap, vond hij zelf. Zou ze het erg vinden weer weg te gaan? De ander ging niet. Ze eiste seks. Het voelde nogal ongemakkelijk, maar toen hij na een lange douche een beetje bijgekomen in bed lag, kwam het er toch van en na afloop vielen ze in slaap. Niets aan de hand. Alleen: om het eerste boze meisje te kalmeren, had de vriend haar verteld dat hij het andere meisje had weggestuurd, een leugentje – wat op zich geen probleem was, tot dit meisje de volgende ochtend een foto van zijn nieuwe bankstel maakte, het op zijn FacebookWall zette en erbij schreef: ‘Goedgekeurd voor het ontbijt.’ Toen de vriend haar post zag, schrok hij enorm (hij is met alle meisjes online bevriend) en verwijderde hij het bericht. Gelukkig, het boze meisje had niks gezien. Maar de ander, wier bericht was verwijderd, stuurde hem later een verdrietige sms: ‘Het is naar om iemands geheim te zijn’.

Is deze vriend een slet? Ik vind van niet. Hij zou nooit iemand bedriegen, zijn intenties zijn altijd duidelijk en hij misbruikt niemand, ook zichzelf niet. Hij is vrij. Maar wie er nou echt gelukkig wordt van al die vrijheid?
Lijkt het nu of we een heel losbandig leven leiden? Dat valt wel mee, het is meer dat het kán. Van de twintigers en dertigers die ik ken, heeft bijna niemand een relatie, en samen maken we graag grapjes over de uitzonderingen die al wel jaren bij elkaar zijn. Ze gaan verhuizen, het centrum uit, haha! Naar een volwassen huis met een extra kamer, nou, drie keer raden wat voor kamer dat wordt! Maar dat mijn eigen moeder precies even oud was als ik nu ben toen ze mij kreeg, dat ik haar nooit meer kan inhalen, en trouwens, zou het ooit nog wel gebeuren? – dat zeg ik niet. Ik tik liever op het Tinder-icoontje op mijn telefoon.

Zes zoenen verwijderd
Gelukkig ben ik niet de enige. Bijna al mijn vrienden hebben meerdere gesprekken lopen via zulke datingapps, via datingsites en, voor de mensen die ze in het echt zijn tegengekomen, via WhatsApp. Iedereen praat met iedereen tegelijk; af en toe vergeet je wat je precies tegen dat ene kleine fotootje op je scherm hebt verteld en wat tegen het andere. Tijdens het werk, tijdens het eten, tijdens het schoonmaken, de hele dag door. ‘Ga nu even afwassen, ben zo terug.’ Zou je er van buitenaf naar kunnen kijken, dan was het alsof we allemaal met digitale draadjes met elkaar zijn verbonden in een gigantisch datingweb. Geen zes handdrukken, maar zes zoenen van iedereen verwijderd. Het is weleens gebeurd dat mijn mannelijke date een week eerder uit was geweest met de vrouwelijke date waar mijn beste vriend op dat moment voor stond te koken. Dat voelde toch een beetje raar.

En spreken we eindelijk weer met elkaar af in een gewoon, offlinecafé, dan hebben we het alsnog over die dates, en over hoe we alles wat ze zeiden moeten interpreteren. ‘Als we die tijd niet aan mannen hadden besteed, wat hadden we dan wel niet kunnen doen met al die uren? We hadden een nieuwe taal kunnen leren’, zei een vriendin laatst, en nam een hapje tomatensoep. ‘We hadden een boek kunnen schrijven!’

Maakt dát ons dan sletten? Nee, ik vind nog steeds van niet. Mijn generatie lijkt er namelijk okee mee. Beland je met een vriend in bed, niks aan de hand, en word je vrienden met de scharrel met wie je altijd in bed belandt, ook prima. Zie je iemand na één fantastische nacht nooit meer? Helemaal, volkomen, totaal okee. Het kost veel tijd, ja, maar verder doen we allemaal precies waar we zelf zin in hebben, dus dat is goed. Valt het tegen? Ook dat is okee. Er is altijd wel weer een nieuwe, voor zolang het leuk is.

Relatiemateriaal
En daarna? Een vriendin van een vriendin hield dat leven zo lang vol, dat het symbolische aspect van de uitdrukking ‘de halve stad’ voor haar niet meer gold en ze het op een gegeven moment niet meer zo okee vond. Altijd dezelfde soort avonden met mannen aan wie je dezelfde soort verhalen vertelt, ze had er genoeg van; het was tijd voor iets serieus. Alleen: dat lukte niet. De ene helft van de stad wist namelijk van de andere helft, waardoor geen enkele man meer wilde geloven dat deze vrouw echt relatiemateriaal was. Toen niet, nu niet. Geen man die ze mee naar huis neemt, doet ook wel eens de afwas: elke mogelijke relatie blijft steken in de eerste nacht.

Haar vrienden doen alsof ze geen medelijden hebben, dat zou nog zieliger zijn. Anderen zijn minder aardig, die vinden dat ze maar niet zo rond had moeten sloeren. Maar wacht even, was ze niet altijd zoals wij? Heeft ze niet gewoon precies gedaan wat ze leuk vond, nooit iemand voorgelogen en vonden wij dat niet allemaal volkomen okee? Pas nu ze al die dingen niet meer wil, noemen wij haar een slet. Alleen: als zij er eentje is, wat zijn wij dan wel niet?

Illustratie: MietzeB