Deze mensen verlegden -soms noodgedwongen- radicaal de koers.
Paralympisch kampioen snowboarden Bibian Mentel (45) kreeg negen keer de diagnose kanker en begon daarna steeds opnieuw.
‘Een Canadese vriend zei het mooi: ‘you’re living on borrowed time’. Ik ben al 18 jaar patiënt, maar in het begin had ik niet het idee dat ik eraan dood kon gaan. Mijn rechteronderbeen moest geamputeerd worden vanwege agressieve kanker, maar ik dacht alleen: wat gaan jullie doen zodat ik zo snel mogelijk weer dat board op kan? In 2016 zat de tumor zo dicht bij mijn hart en slokdarm dat hij niet weggesneden kon worden. U bent uitbehandeld, zeiden de artsen. Dat kán niet, dacht ik, mijn zoon is nog geen 18, ik kan hem niet nu al alleen laten.
Twee jaar later won ik twee gouden medailles op de Paralympics in Pyeongchang. Wonder boven wonder had mijn man en coach een nieuwe vorm van bestraling ontdekt in Amerika, die uiteindelijk ook in het VU toegepast kon worden − ik ben er, nog steeds. De eerste keer dat ik weer in de sneeuw stond, was een nieuw begin, maar tegelijkertijd als vanouds fantastisch. Aan de andere kant betekent de extra tijd die ik heb gekregen dat ik er elke dag aan denk, al is het maar in een flits. Mijn oude hoop om altijd schoon te zijn heb ik opgegeven, er zijn alweer wat vlekjes gevonden. Maar ik weiger om te denken: nu is het klaar. Tijdens het snowboarden bestaat er een paar seconden lang niets anders dan je board en de sneeuw; dat volledig opgaan in het moment heeft me altijd getrokken, en nu ben ik nóg meer geneigd om zo te leven. Een vriend zeurt weleens over de file. Ik zet in de file de muziek harder en bel een vriendin. Wat ik bedoel te zeggen: maak er wat moois van. Mijn man zegt vaak: een struisvogel zijn is zo gek nog niet. Ik wil de ziekte niet negeren, maar ik wil ook niet verdrinken in het verdriet.
In januari ben ik geopereerd aan mijn nek: een wervel die door al het bestralen op instorten stond, is nu vervangen door eentje van titanium. Wanneer je er mentaal klaar voor bent, mag je weer snowboarden, zeiden de artsen. Dat was ik, maar sommige collega’s en coaches hadden er geen goed woord voor over: onverantwoord, vonden ze. Daar ben ik echt kwaad om geworden. De beste manier om voor mijn lijf te zorgen is door fit en sterk te blijven; juíst door te boarden. Door dat te verbieden, was het alsof ze me verboden om te leven.’
Foto: Erik Smits