In de duinen bij Noordwijk staat een jarenzestigbungalow, volledig gemeubileerd en nog precies zo ingericht als destijds. ‘Fantastisch, maar ik zag er nooit iemand. Als een soort stalker ben ik steeds ernaartoe gefietst, net zolang tot er een keer iemand het gras aan het maaien was.’ Fotograaf Annabel Oosteweeghel (46) sprak de man aan. Zijn tante had hier vijfenvijftig jaar in haar eentje gewoond, vertelde hij, en ook al was ze naar een verzorgingshuis was vertrokken, het huis mocht van haar niet worden verkocht. Sterker nog: tot haar dood wil ze dat alles precies zo blijft als het was en om dat te controleren, laat ze zich geregeld in haar rolstoel vanuit het verzorgingshuis naar haar oude huis rijden, zodat ze tussen de gordijnen door naar binnen kan kijken.
Hier wil ik wat mee doen, wist Oosteweeghel meteen. Van de neef mocht ze naar binnen. ‘Je stapt over de drempel en gaat terug in de tijd. Eerst de geur van oude dekens die twintig jaar niet gelucht zijn, dan de schrootjes, de roze wasbakken, de zware, houten meubels. Zelfs haar oude leesbrilletjes lagen er nog. Het was alsof ik een tijdcapsule binnenstapte. Buiten was het leven verder gegaan, maar hier, achter deze bakstenen, was alles nog hetzelfde als vijftig jaar geleden.’ Hoe zou de oude dame hier geleefd hebben? De neef vertelde dat ze uit een aristocratisch milieu kwam. Ze was een knappe vrouw die jong trouwde, maar voor er kinderen kwamen, overleed haar man. De weduwe bleef alleen achter en hertrouwde nooit. In plaats daarvan trok ze zich steeds meer terug in haar grote, stille bungalow aan zee. Ze hoefde niet te werken, vrienden en familie had ze bijna niet. Ze had twee grote honden en tenniste, dat was alles. In de halve eeuw die volgde, werd ze steeds meer een kluizenaar. ‘Als ik aan de jaren zestig denk, zie ik een vrolijke huisvrouw voor me, met een man en kinderen. Dat ideaalbeeld heeft zij vast ook voor ogen gehad, maar zij had geen sokken om te stoppen en geen geschaafde knietjes om weer beter te maken. Ze moest alleen verder. Maar ze is blijven hangen in hoe het ooit was. Ik zag direct voor me hoe ze daar leefde, verloren in de tijd.’
De scènes die ze wilde fotograferen, zaten al in haar hoofd. Samen met twee modellen en een visagist bracht Oosteweeghel ze tot leven. Een styliste zocht kleding uit, zelf verzamelde ze wat details als de oude platen en de foto’s aan de wand, verder is bijna alles authentiek. Van de droogbloemen tot de oude sieraden: het was er al. Behalve de sfeer en het interieur wilde Oosteweeghel ook laten zien hoe de oude dame moet hebben geleefd in de stille bungalow. Op de foto’s vervangt ze lampjes, gaat in haar eentje naar het strand, draait platen. Hoe langer de vijf vrouwen in het huis doorbrachten, des te meer ze in de sfeer van het oude leven kwamen.
‘Op een gegeven moment begon het jonge model door de kamer te dansen alsof ze haar overleden man vasthield. Ik kreeg tranen in mijn ogen, en toen ik de visagist en de styliste aankeek, hadden zij hetzelfde. Zo maf, alsof we haar echt zagen.’
Het resultaat van het fotoproject is een boek en een tentoonstelling. Het boek, getiteld Oblivious, ligt nu in de winkel, de gelijknamige tentoonstelling reist vanaf 27 juni door Nederland. De titel betekent ‘vergetelheid’. Zo eindigt ook de geschiedenis; de oude dame wordt dement, ze schenkt thee in de planten en moet naar een verzorgingshuis om de hoek. Maar al is alles na vijfenvijftig jaar anders geworden, in haar huis blijft het leven voor altijd hetzelfde.
Oblivious is verschenen bij uitgeverij Lecturis, € 28,50. Informatie over de tentoonstelling: blog.annabeloosteweeghel.nl
Foto’s: Annabel Oosteweeghel