‘Ik werkte in die tijd vrij terloops, als ik reisde, liet ik vaak mijn werk zien, legde ik uit wat mijn bedoelingen waren en als mensen enthousiast waren, vroeg ik of ze een rol wilden spelen in een van mijn foto’s. Ze snapten meestal heel goed dat ze niet als zichzelf op de foto gingen, maar eigenlijk een rol speelden in een scène die een groter verhaal vertelt. En net als in Nederland zijn er altijd mensen die het leuk vinden om te participeren en mensen die daar geen zin in hebben, dat is hun goed recht. Ik kan me herinneren dat ik daar op het strand mijn werk heb laten zien en we een tijd hebben zitten praten. De uiteindelijke foto was in vijf minuten gemaakt. Het jongetje vouwde zich perfect om het hoofd van de visser, ging rustig liggen en keek me aan, klaar. Hij wíst gewoon dat hij het kon.’
En zo ontstond D.N.A., misschien wel een van de beroemdste en geliefdste foto’s van de internationaal gelauwerde fotograaf Viviane Sassen (47). Ze heeft geëxposeerd in het Museum of Modern Art in New York, was in 2013 onderdeel van de Biënnale in Venetië en stond paginagroot in het prestigieuze internationale kunstmagazine Frieze.
Inmiddels maakt ze dit soort werk al lang niet meer, zegt Sassen in haar hoge, lichte atelier achter de Amsterdamse Prinsengracht, en inderdaad doet het weinig meer denken aan de abstractere, soms bijna grafische foto’s uit haar nieuwste serie Venus and Mercury, die vanaf vandaag te zien is in Huis Marseille in Amsterdam. ‘Maar ik houd nog steeds van dit beeld. Het is grappig te zien hoe sterk mensen erop reageren, ik denk dat het is gelukt er een universeel gevoel mee uit te drukken. Voor mij is het een symbool van het verbond tussen ouder en kind, ook denkend aan alle mensen die daar onder dwang zijn meegenomen en als slaven tewerkgesteld.’
Tegelijkertijd straalt de foto uit 2007, net als haar andere werk, iets geks en magisch uit. Wat je ziet is tegelijkertijd echt en niet echt, bijna als een droomwereld waarin je als kijker wílt geloven.
‘Vóór die tijd was ik vaak een beetje jaloers op fotografen die hun eigen thema hadden gevonden’, zegt Sassen. Maar met haar ‘Afrika-werk’, zoals de lange, vriendelijke fotograaf de beelden waarmee ze definitief doorbrak licht ironisch noemt, viel alles op zijn plaats.
Sassen studeerde aanvankelijk mode aan de kunstacademie in Arnhem, maar patroontekenen en nette naden naaien konden haar niet boeien. Ze was een tijdje model, onder andere voor Viktor & Rolf en stapte, geïntrigeerd door de mensen áchter de camera, over naar de kunstacademie in Utrecht in de richting fotografie. Pas toen ze in 2002 terugging naar Nyabondo, het Keniaanse dorp waar ze tussen haar 2de en 5de jaar heeft gewoond toen haar vader als arts in het lokale ziekenhuis werkte, viel het kwartje.
‘Mijn eerste herinneringen komen uit die tijd. De heldere kleuren, de zon die zo hoog aan de hemel staat dat gezichtsuitdrukkingen soms bijna wegvallen, de scherpe lijnen. Vrouwen en kinderen die in de schaduw voor het ziekenhuis zaten te wachten, gevilde schapen op de markt, mijn vriendjes in de klas die altijd mijn haar wilden aanraken.’ Mensen waren voor haar per definitie zwart, vertelde ze al eerder in een interview. ‘Toen we terugverhuisden naar Nederland, heb ik een tijdlang het gevoel gehad dat ik werd afgesloten van mijn ware leven. Ik verlangde terug naar Kenia en was altijd aan het tekenen en dromen, altijd ergens anders met mijn hoofd. Pas toen ik terugkwam in het dorp viel mijn jonge ik samen met mijn huidige ik.
‘‘Vivi, my daughter!’, riep Rispa, onze oude nanny, toen ik haar huis binnenkwam. Haar eigen dochter was net overleden, ze zag het als een teken van boven dat ik net op dat moment langskwam, ik heb haar geholpen met de begrafenis. Het was intens, er kwamen zoveel herinneringen en emoties terug en een dag of twee later kreeg ik een ingeving. Vóór die tijd kwam de fotografie van Afrika nooit overeen met het beeld dat ik als kind had ervaren. Het waren altijd korrelige beelden van aids, genocide en andere ellende of juist National Geographic-achtige natuurpracht. Ik dacht: waarom zou ik mijn foto’s niet kunnen ensceneren en zo een persoonlijk verslag maken van hoe ík dit land zie?’
Vervlochten lichamen, een man en een vrouw aan elkaar geknoopt met fluorescerend roze strikken, een meisje dat uit een boom lijkt te groeien, met de absurdistische, soms vrolijke dan weer unheimliche beelden die Sassen vervolgens jarenlang in Afrika had geschoten, won ze in 2007 de prestigieuze aanmoedigingsprijs Prix de Rome. ‘Als kind maakte ik een periode van magisch denken door; ik dacht dat alles mogelijk was en alles een betekenis had. Nog steeds vind ik het heerlijk daar af en toe in te geloven.’ De stilte van het atelier wordt doorbroken door een blad dat – pats! – van de palm in de hoek valt. Ze lacht: ‘Zoals dit!’
Meer vrij werk volgde. Voor de serie Umbra fotografeerde Sassen het effect van gekleurde, vierkante perspex platen in de Namibische woestijn. Het ging over de dood van haar vader, denkt ze achteraf, die op haar 22ste een eind aan zijn leven maakte, geteisterd door zware chronische hoofdpijn na een mislukte operatie. De geometrische vormen verwijzen naar de schilderijen van Malevitsj, in zijn vierkanten ziet Sassen een kadering van de dood en daarmee ook een beheersing van de menselijke angst daarvoor.
In Of Mud and Lotus knallen de borsten, uitbundig bloeiende bloemen en een enorme zwangere buik beschilderd met rode verf en scheerschuim juist van het beeld. Haar foto’s intrigeren door de symboliek, maar zijn daardoor niet altijd even makkelijk te duiden. Niet erg, zegt Sassen. ‘Ik begrijp mijn eigen werk ook niet altijd. Ik ben geen denker, om goed werk te maken moet ik het van mijn intuïtie hebben.’
Als je het niet begrijpt, hoe weet je dan of het goed is?
‘Dat weet ik vaak ook niet. Ik heb net een nieuw werk gemaakt voor het Centraal Museum in Utrecht, een grote collage vol naakte vrouwen die op een bijna monstrueuze manier agressie uitstralen. Mijn werk is vaak agressiever en extraverter dan ik zelf ben. Ik stond ervoor en dacht: vind ik dit nu eigenlijk goed of heel lelijk? Het is sowieso onmogelijk werk te maken waarop je géén kritiek krijgt, dat is me allang duidelijk.’
Bijvoorbeeld als witte vrouw die zo graag de zwarte huid fotografeert?
‘Sommige mensen vinden dat de beelden die ik toen in Afrika schoot nu niet meer kunnen. Omdat je hun gezichten bijna niet ziet, zou ik de geportretteerden reduceren tot hun huidskleur. Vroeger verdedigde ik me door te zeggen dat het persoonlijk werk is, dat stamt uit mijn jeugd, maar voor sommige critici is dat onvoldoende, en dat snap ik ook.
‘Dat verscherpte politieke bewustzijn heeft een gevaarlijke keerzijde: dat je zelfcensuur gaat toepassen, terwijl kunstenaars er ook moeten zijn om juist de dingen die frictie veroorzaken te laten zien. Je zou het paternalistisch kunnen noemen, denk ik soms, dat mensen hier een oordeel hebben over wat ik dáár doe. Door als wit, westers mens te menen dat je het moet opnemen voor de mensen met wie ik werk, doe je ze eigenlijk tekort, maak je ze kleiner. Ze hebben zelf ook een stem. Dat neemt niet weg dat we onszelf ook de moeilijke vragen moeten blijven stellen.’
Het is niet de enige kritiek die Sassen soms krijgt. Want dat ze als gerenommeerd kunstenaar óók al sinds het begin van haar carrière zeer succesvol commerciële campagnes fotografeert voor modemerken als Miu Miu, Louis Vuitton, Dior en Stella McCartney, hoe zit dat? Ben je dan wel echt autonoom als kunstenaar? De kunstwereld is nog steeds geneigd zich dat af te vragen, zegt Sassen. ‘Door mijn commerciële werk ben ik niet afhankelijk van de verkoop van mijn kunst. Het geeft me de vrijheid te maken wat ik wil, zonder dat ik me zorgen hoef te maken of verzamelaars het wel goed genoeg vinden of dat musea wel geïnteresseerd zijn.’ Bovendien geniet ze van het modewerk in opdracht. ‘Met teams van dertig man onder druk een deadline halen, dat is verslavend.’
Er is grof geld geboden, vertelde je man, ontwerper Hugo Timmermans: jullie hadden naar Amerika kunnen verhuizen, alleen nog maar mode fotograferen, nog beroemder kunnen worden.
‘Ik heb nooit willen verhuizen voor mijn werk; onze vrienden en familie in Nederland zijn toch het belangrijkst. Bovendien laat ik me liever motiveren door vrijheid dan door geld. Het is natuurlijk geweldig om succes te hebben en weerklank te vinden bij anderen, maar ik geniet het meest van het maakproces. Als ik me alleen als modefotograaf zou profileren, zou ik bepaalde concessies moeten doen aan die wereld. Ik zou het gevoel hebben dat ik me meer moet conformeren, terwijl ik nu vrij ben erin en eruit te stappen wanneer ik wil, onder mijn eigen voorwaarden.
‘Hetzelfde geldt voor de kunst, ook al wordt fotografie als medium niet altijd serieus genomen door de hardcorekunstwereld. Wereldberoemde fotografen als Erwin Olaf en Inez van Lamsweerde hebben nog nooit een tentoonstelling in het Stedelijk gehad, wel in fotografiemusea. Toen ik de Prix de Rome won, werden er wenkbrauwen gefronst: een fotograaf? Die ook nog eens commerciële, geësthetiseerde beelden maakt?’
Vanaf vandaag is in fotomuseum Huis Marseille een nieuwe solotentoonstelling te zien, met werk dat werd gemaakt op uitnodiging van curatoren van Paleis Versailles, waar het deels eerder werd getoond.
‘Elk jaar benaderen ze een kunstenaar, Jeff Koons heeft er gehangen, Anish Kapoor. Nu hebben ze mij en vier andere fotografen, onder wie Nan Goldin, gevraagd. Ik ben er een half jaar heengegaan, vaak op maandag, als er niemand anders was. Ik mocht overal komen. Versailles is megalomaan, de rijkdom is zo absurd dat het bijna obsceen is, terwijl er gewoon mensen van vlees en bloed woonden, liefhadden en ruziemaakten. Dat vond ik intrigerend.’
Voor iemand die zegt dat fotografie niet altijd honderd procent serieus genomen wordt door de autonome kunstwereld, klinkt zo’n opdracht erg prestigieus.
‘Dat kan ik moeilijk inschatten, maar het is altijd leuk om uit onverwachte hoek bijval te krijgen. Ik las laatst ook dat de cameraman van Moonlight, de film die in 2017 drie Oscars won met het verhaal over de liefde tussen twee zwarte mannen, werd geïnspireerd door mijn beelden. Voor rapper Frank Ocean heb ik zijn nieuwe albumfoto’s gemaakt, en al is het uiteindelijk niets geworden, Kanye West benaderde me voor een samenwerking, net als Alicia Keys. Met zangeres M.I.A. ben ik naar Senegal geweest voor een videoclip, saxofonist Kamasi Washington heb ik ook gefotografeerd, nu werk ik met ontwerper Virgil Abloh aan zijn modecampagnes voor Louis Vuitton.’
Allemaal artiesten van kleur.
‘Dan denk ik niet: ha, zie je wel! Maar ik ben wel vereerd dat ze mee willen in mijn droomwereld, een beetje van henzelf in mijn handen willen leggen. Dat sterkt me.’
Venus and Mercury van Viviane Sassen is van 14 maart tot en met 31 mei te zien bij Huis Marseille in Amsterdam. Een groot deel van de foto’s op die expositie (en hierboven) is gemaakt in Versailles.