Ze werken net zo hard als hun graatmagere collega’s en verdienen net zoveel. Plussize-modellen zijn net gewone vrouwen; ze hebben borsten, billen en soms –OMG!– een buikje. ‘Bij ons staan de chocolaatjes op tafel.’ Zes portretten.
Danielle van Grondelle (‘leeftijd onbelangrijk, maat 42)
‘Er komt een dag dat de modewereld zich aan jóú aanpast, zei mijn vader. Dat zeg-tie alleen maar om me troosten, dacht ik toen, omdat ik op mijn 14de telkens net niet dun genoeg was omde top te bereiken als regulier model. Maar toen ik vorig jaar op een dak in Manhattan stond te poseren, dacht ik wel: hee, wacht eens even. Ik vlieg heel de wereld over, doe campagnes voor grote modemerken als Marina Rinaldi en warenhuis Macy’s, ik stond in de Afrikaanse Cosmopolitan en de Zweedse Grazia; ik woon en werk al een jaar in New York. Pasgeleden heb ik zelfs een casting voor een groot shampoomerk gedaan, dat is ook voor Amerika, waar plussize-modellen veel gewoner zijn dan in Nederland, wel heel bijzonder. Het enige wat ik bijna nooit doe, zijn catwalkklussen. Op een fotoshootwurm ik me nog wel in zo’n Chanel jasje maat nul en omdat dat strakke kokerrokje niet past geeft de stylist me een badpak voor eronder,maar met die kleine catwalkmaatjes gaat dat natuurlijk niet. Dolce&Gabbana, Chanel, niemand van zulkemodemerken huurt plussizemodellen in. Nog niet. Zouden de homoseksuele mannen die de modewereld regeren niet zo van rondingen houden, is het te kostbaar om meer centimeters van die dure stof te gebruiken? Of heerst er een soort algemene angst om te erkennen dat curvy ook mooi is? Ik weet het niet, maar ik ben er trots op dat ik een voorbeeld kan zijn voor jonge meisjes. Schoonheid is niet maatgebonden. Het ironische is: vroeger was ik te breed, nu ben ik soms te smal. Maat 44 is ideaal in Amerika, dus wordt mijn maat 42 weleens opgerekt in Photoshop. Of ze maken me dikker met stukken schuimrubber voor op mijn heupen en buik. Ik werk nu al negen jaar fulltime, ik verdien hetzelfde als mijn slankere collega’s en ik mag wél normaal eten. Het gaat langzaam, maar ik denk dat de modewereld zich eindelijk echt aan mijn maat aan het aanpassen is.’
Marte Boneschansker (24, maat 42)
‘Toen ik op de toneelschool zat heb ik er niet over verteld. Sommige mensen stonden in het café, ik stond in Milaan. Het was een bijbaantje voor me tot ik bedacht: wacht even, door dit werk kan ik in Oost- Berlijn drie maanden onderzoek doen voor een voorstelling, ik bén mijn eigen subsidie. In Nederland is het vak van plussizemodel heel underground, in NewYork bestaat die wereld wel. ‘Are you a model?’ vroegen de mensen op straat. Bij clubs liepen we de rij zó voorbij, promotors nodigden ons uit om gratis te komen eten bij hippe restaurants, belachelijk. Ik voelde me er veel te Europees. Want of ze nou plussize of straight size zijn, modellen in NewYork zijn 24 uur per dag model en zo ben ik niet. Het was niet te combineren met mijn toneelwerk in Nederland. Ik ben liever een steengoeie theatermaker dan topmodel. Dus verhuisde ik terug. En sindsdien is het met mijn modellencarrière alleen maar beter gegaan, met klanten als Marina Rinaldi (Italiaans haute couture voor vollere vrouwen) en een fotosessie voor Erwin Olafs project Waiting. Een casting voor tijdschrift Jan heb ik ook wel eens gedaan, maar dat was een foutje, bleek achteraf, want Jan werkt nooit met plussize modellen. Dat is toch heftig! Al die bladen gaan over accepteren wie je bent, maar ondertussen creëren we een vertekende werkelijkheid.’
Janneke van Opstal (27, maat 44-46)
‘Een tijd geleden wilde een klant me graag een maatje groter hebben. Stond ik in de supermarkt te twijfelen of ik nog een zak chips zoumeenemen, maar weet je wat het is: je kunt niet plannen waar de extra kilo’s belanden. En als plussize-model mag je wel grote borsten en bredere heupen hebben, maar géén blubberbuik of slappe knieën. ‘Maar jij bent toch ook helemaal niet dik’, zeggen mensen vaak. Nee, ik ben ook geen dik model! Maar als je mij naast een regulier model zet, ben ik wel degelijk plus. Inmiddels ben ik fulltime model, ik werk bijna elke dag. Voor Wehkamp en M&S Mode, maar ook voor internationale merken voor groterematen. Die zak chips heb ik laten staan. Je kunt jezelf beter accepteren zoals je bent, dat doet de rest van mijn opdrachtgevers ook.’
Iris Monroe Baker (21, maat 38)
‘Minder, strakker, dunner, het zat er bij mij zó in. Als gewoon model mag er geen rolletje te zien zijn, zelfs als je zit. Op mijn 15de trainde ik tweeënhalf uur met een personal trainer. Elke dag, maar het lukte niet om die laatste vetjes eraf te krijgen. In plaats daarvan verlangde ik continu naar McDonald’s. Of ik stop ermee, óf ik ga rare dingen doen, dacht ik. Roken deed ik al. Na iets meer dan een jaar heb ik me na lang nadenken toch weer bij een ander modellenbureau ingeschreven, gewoon om het te proberen, zolang ik maar niet meer hoefde af te vallen. Een half jaar later stond ik op de cover van de ELLE. Mijn vriendje vindt me nu veel sexyer,maar voor mij was het lastig omschakelen, ik begin mezelf langzaam mooier te vinden. Straight size ben ik niet meer,maar plussize is het ook niet. Mijn maat wordt curvy genoemd. Tijdens de Amsterdam Fashion Week liep ik onder meer een showvan Björn Borg. Opnieuw, want vijf jaar geleden liep ik ‘m ook al, samen met Doutzen Kroes. Het gekke is: ik was toen veel dunner dan zij was. Dat slaat toch nergens op, waarom was het bij haar wél goed? Maar ja, zij liep daar omdat ze Doutzen is.’
Ylonka Verheul (21, maat 40-42)
‘Ik weet precies hoe het is, werken aan de top, want ik ben er geweest. Ik heb Prada en Marc Jacobs gelopen in New York, op de cover van de Nederlandse ELLE en Avant Garde gestaan, de campagne voor Max&Co gedaan, drie jaar lang de internationale showseizoenen meegedraaid. Soms zag ik ze weleens op de castings, en dat vond ik wel dapper. Die durven hier toch maar tussen te zitten met hun maten, dacht ik dan, maar of ik toen echt in het succes van plussize-modellen geloofde weet ik niet. Ik had maat 36 en was 1,87 meter. Maar toen ik 19 was, niet meer ongesteld werd en geen energie meer had, ben ik gestopt. Sommige mensen verweten me een gebrek aan ambitie, maar het was niet realistisch meer. ‘Wat fijn dat ik je nu weer gewoon kan vastpakken zonder dat ik je botten voel’, zeiden vriendinnen. Maar ik heb dan nu wel iets bredere heupen, mijn jukbeenderen zijn nog steeds hetzelfde. Het was best vreemd om te merken: oh, mensen vinden me nog steeds mooi! Je bent nog steeds hetzelfde meisje, zeiden ze, laat het zien, wees er trots op. Ik heb mijn propedeuse verloskunde gehaald en dit jaar ga ik het opnieuw proberen. Het contract is net getekend: ik ga weer naar NewYork. Alleen hoef ik nu niet meer het dunne model te zijn, maar ik zie mezelf ook niet als typisch plussize-model. Het normale meisje dat met normale rondingen de gewone collectie showt, dat wil ik zijn. Het kán wel, toen DoutzenKroes nog wat bredere heupen had, heeft Prada haar ook gewoon geboekt. Over twee jaar die show weer lopen, dat is mijn ultieme ambitie.’
Jana Anûta Voyvodich (26, maat 42)
‘Zoals ieder model droomde ik van een carrière als die van Doutzen, maar ik werd geremd door één centimeter. Als je in New York of Milaan wil werken, mag je heupomvang maximaal 90 zijn. Ik zat op 91, er was al 13 kilo af,maar die laatste centimeter ging gewoon niet meer. Van een pepernoot kwam ik al een kilo aan. Ik had internationale opdrachten maar echt lekker liep het niet, en met een bikinifoto kwam de realitycheck: het gaat me nooit lukken om aan dit ideaal te voldoen. Sindsdien ben ik drie maten maten aangekomen en nu heb ik wél de ideale omvang, want maat 42 is sample size in de plussize wereld. In het begin sloeg ik wel even door: mergpijpjes, zwart-witdrop, aioli! Maar daarna ben ik gewoon gezond gaan eten en nu is mijn gewicht stabiel, dit is hoe ik echt ben. Ik ben blij dat ik nu mezelf kan zijn en toch kanwerken. Opgemeten wordt ik alleen nog als ik zeg: sorry, ik ben afgevallen. De plussize-wereld is een stuk gemoedelijker dan de regulieremodellenwereld, in plaats van tomaatjes staan er chocolaatjes op tafel. Maar ook onderling is de sfeer ontspannen, misschien omdat er minder concurrentie is en we zijn geen 14 meer, dat scheelt. Maar waarom zou ikmemoeten beperken tot shows voor plussizemerken? Er zougeen onderscheid moeten zijn. Ooit liep ik voor Jan Taminiau, er zaten bankdirecteuren in de zaal met hun echtgenotes, echt wel wat vollere vrouwen, maar toch was ik het enige plussize model. ‘Nooit gedacht dat ik nog eens in jouwkleding zou lopen’, zei ik na afloop tegen Jan. Hij lachte een beetje.’
Foto’s: Robin de Puy